Siroop van Seringen

Inmaakrecepten

Deze siroop is mijn absolute favoriet!

Het is elk jaar weer uitkijken naar de lente. Met haar weelderige bloemenpracht! Seringen, zijn samen met paardenbloemen, bij de eerste bloemen die we in het voorjaar in onze keuken kunnen gebruiken.

Proef eens een bloemetje van de heerlijk geurende bloemtrossen. Het zal je verrassen met een frisse smaak. Hoe paarser de sering, hoe feller de smaak.

Je kan de fijne bloemetjes van de sering gebruiken als garnituur in een slaatje, maar ook deze seringensiroop haalt het beste uit de bloemen naar boven.

Seringen voorbereiden om siroop te maken

Voor deze siroop gebruiken we enkel de bloemetjes zelf. Eigenlijk enkel de bloemblaadjes.

Wanneer je de bloemen van de trossen plukt, laten de bloemblaadjes los en blijft het hart van de bloem aan de tros.

Het plukken van de bloemen is overigens een fijn rustgevend werkje. Je wordt de hele tijd overspoeld door de heerlijk zoete geur van de seringen.

Je hoort het al, ik ben fan van deze wondermooie, en lekker geurende, lentebloeier!

Hoe geef je seringensiroop een paarse / roze kleur

In tegenstelling tot wat je zou denken, is de kleur van seringensiroop niet paars (of roze). De bloemen geven namelijk hun kleur niet af (in tegenstelling tot rozen). Maar door eenvoudigweg een paar blauwe bessen toe te voegen, krijg je alsnog een mooie paarsroze kleur, zoals je bij seringen zou verwachten. Zou je geen bessen toevoegen, dan heeft seringensiroop een eerder bruine kleur. Iets minder mooi, maar dat maakt de siroop er niet minder lekker om.

Ingrediënten voor seringensiroop

Voor 1.5 liter siroop:

  • 30 g seringenbloemen
  • sap van een halve citroen
  • 1 liter water
  • 600 g suiker
  • optioneel: enkele blauwe bessen (ik gebruikte er 10)
  • Een afsluitbare pot met een inhoud van 1 liter (of meer)
  • Fijnmazige zeef, met eventueel een neteldoek (kaasdoek)

Hoe maak je siroop van seringen?

Zoals altijd wanneer ik met bloemen werk, ga ik voor de koude infusie methode. Dit wil zeggen dat ik de bloemen gedurende een dag (of iets korter of langer) laat weken in koud water. Deze methode duurt wat langer dan wanneer je de bloemen met het water en suiker aan de kook brengt. Maar qua smaak vind ik dat koude infusie een beter resultaat geeft, zeker wanneer je met zoiets delicaats werkt als bloemblaadjes.

Seringenthee om siroop van te maken

Doe de bloemen in een afsluitbare pot en overgiet met water tot de bloemen onderstaan (of een beetje meer). 1 liter water voor 30 gram seringenbloemen is een prima verhouding.

Doe er het sap van een halve citroen bij en enkele blauwe bessen. De blauwe bessen zijn optioneel, ik voeg ze toe omdat ze de siroop zo’n leuke kleur geven. Anders heeft seringensiroop een eerder lichtbruine kleur. Deze siroop is uiteraard ook lekker, maar de mooie paarse kleur geeft toch iets extra!

Sluit de pot goed af en laat het geheel gedurende 16 uur infuseren. Wals af en toe met de pot om de bloemen en het water wat te mengen.

Na het infuseren giet je de inhoud van de pot door een fijnmazig vergiet. Gebruik eventueel een neteldoek (kaasdoek). Je hebt nu een mooie paarse seringenthee met een heerlijke florale geur (en smaak).

Warm de ‘seringenthee’ op met 600 gram suiker.  De siroop is klaar wanneer de suiker goed is opgelost!

Wil je de seringensiroop bewaren, laat ze dan even doorkoken en giet in gesteriliseerde flessen. Je kan de siroop ook wecken, doe dan de hete siroop in de flessen en volg onderstaande stappen om sap of siroop te wecken.

Hoe gebruik je seringensiroop?

De smaak en geur van seringensiroop geeft een heerlijk verfijnde smaak aan desserten. Gebruik deze siroop puur, op een ijsje of een pannenkoek en maak er zo een extra feestelijk toetje van!

Je kan er ook een lekker verfrissend drankje mee maken.  Wij gebruiken siroop om zelf frisdrank te maken.

Vul een glas voor 1/5 de met de siroop en leng aan met water (plat of bruisend). Je kan ook extra smaakmakers toevoegen zoals limoen of gember, maar deze seringensiroop drink ik het liefst gewoon zoals hij is. Heerlijk!

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Dan trekken de flessen beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is, dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, om enkele flessen te wecken gebruik ik een aspergepot. Deze is hoog genoeg voor de weck-sapflessen en niet te breed, waar door je geen te grote massa water moet opwarmen.

Zet de gevulde en goed afgesloten flessen in de kookpo, ze moeten voor drievierde onder water staan, en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Confituur van aalbessen en peren

Aalbessen – perenjam: De perfecte combinatie van zoet en zuur

Inmaakrecepten

Zoete peren en zure aalbessen laten zich heerlijk combineren in deze lekkere jam. De aalbessen zorgen voor het zuurtje en de stevigheid, terwijl de malse peren het geheel lekker smeuïg maken.

Deze jam is een ideale begeleider voor een kaasschotel, maar is uiteraard ook lekker op een toast of boterham.

Aalbessen en peren zijn vaak niet op hetzelfde moment beschikbaar. Bij ons rijpen de aalbessen in juni en juli, terwijl het nog tot september wachten is op de peren. Je kan dan de aalbessen in de vriezer bewaren tot aan de perenoogst.

Rits de bessen van de steeltjes, let er op dat er geen kleine groene steeltjes achterblijven. Steek ze in een bakje in de vriezer. Met deze methode kan het zijn, dat je één blok bessen hebt wanneer je ze wil gaan gebruiken. Stem dan je hoeveelheid peren af op het gewicht van de bessen.

Een andere manier van invriezen is dat je de bessen op een bakplaat legt en zo in de vriezer steek. Eenmaal de bessen bevroren zijn doe je ze in een bakje. De bessen plakken nu niet aan elkaar. Wanneer je ze wil gebruiken neem je gewoon de hoeveelheid die je nodig hebt.

Pectine

Aalbessen bevatten veel pectine, het stofje dat ervoor zorgt dat jam en gelei stevig worden. Je hebt dus geen geleisuiker nodig om een stevige structuur te krijgen.

Ingrediënten voor aalbessen – perenjam

  • 750 g peren, kies voor goed rijpe vruchten of boterperen
  • 250 g aalbessen
  • 600 g suiker
  • Een bordje voor de geleiproef
  • Gesteriliseerde bokalen – ongeveer 6 stuks van 250 ml

Aan de slag

Steek om te beginnen het bordje voor de geleiproef in de vriezer. Doordat het bord straks koud is, koelt de confituur makkelijker af en gaat de geleiproef sneller.

Schil de peren en verwijder de klokhuizen. Snij de peer in stukjes en doe ze in een kookpot. Rits de bessen van de stelen en verwijder alle kleine steeltjes. Doe de bessen bij de peren in de pot en zet op een zacht vuur.

Voeg dan de suiker toe en roer goed om. Laat 15 minuten zachtjes stoven tot het fruit gaar is.

De geleiproef

Haal het bordje uit de vriezer en laat er een paar druppels van de aalbessen-perenjam op vallen en wacht tot de confituur is afgekoeld, dit duurt ongeveer 1 minuut. Kijk of de confituur stevig genoeg is door het bordje schuin te houden, er wat mee te wiebelen, of gewoon eens te voelen met je vinger.

Is de jam lekker stevig, dan is hij klaar om in potten te doen. Is hij nog loperig, dan kan je hem nog even laten doorpruttelen tot hij voldoende is ingedikt. Dit is volledig zoals jezelf wenst. Of je confituur stevig is of niet voegt niets toe aan de houdbaarheid ervan

Aalbessen-perenjam bewaren

Je kan jam lang bewaren in gesteriliseerde bokalen (met schroefdeksel). Het kan handig zijn om voor het vullen een speciale trechter (link naar bol.com) te gebruiken zodat je niet op de randen gaat morsen. Hierdoor sluit namelijk het deksel minder goed af en kan je de confituur minder goed bewaren.

Vul de bokalen tot een centimeter onder de rand en sluit goed af met het schroefdeksel. Draai ze niet om! Het wordt vaak gezegd om het wel te doen, maar dat is nog een regeltje uit grootmoeders tijd. Intussen bevatten haast alle deksel een laagje kunststof dat aangetast zou kunnen worden door de van nature aanwezige zuren in je confituur. Niet omdraaien dus!

Laat de bokalen afkoelen totdat de deksels zijn ingedeukt, dan weet je zeker dat ze zijn vacuüm getrokken. Daarna kan je ze wegzetten in de voorraadkast. Confituur is zeker enkele maanden houdbaar op een donkere plaats. Is er een deksel niet ingedeukt? Je kan de pot even wecken of zet hem in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Wecken?

Zelf kies ik er altijd voor om confituur even te wecken, dit doe ik als de potten nog warm zijn. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde. Wecken zorgt voor een beter vacuüm, en dat alles nog eens goed verhit wordt.

Een andere reden is dat als je je confituur nog even weckt, het dan voldoende is als je de bokalen even het (niet eco) programma van je vaatwasser hebben laten doorlopen. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Wat heb je nodig om confituur te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Om confituur te wecken, weck je ze 15 minuten op 90°C. Dit kan in een weckketel, maar voor slechts enkele potten zet ik meestal gewoon een kookpot op het vuur.

Doe water in de kookpot, zet de bokalen erin. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhandoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je potten minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur gedurende 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!)

Na 15 minuten wecken haal je de bokalen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhandoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de deksels indeuken. Daarna kan je de potten wegzetten op een donkere plaats. Je pruimenconfituur blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de pot dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Druivensap

Druivensap

Inmaakrecepten

Wanneer je een overvloed aan druiven hebt, is druivensap een leuke manier om deze te verwerken. Je kan het drinken met een ijsblokje, lekker verfrissend op een warme (na)zomerdag, maar je kan het ook warm drinken. Heerlijk voor in de winter!

Alle druiven zijn geschikt om sap mee te maken. Wij gebruiken de druiven waarvan we vinden dat er te veel pitten inzitten. Daar zijn de kinderen (en eerlijk, ikzelf ook) niet zo’n fan van. En bij het druivensap worden deze er toch uit gezeefd.

Ook zuurdere of minder smaakvolle druiven kan je perfect gebruiken. Je kan indien nodig wat extra suiker toevoegen.

Wat heb je nodig om druivensap te maken?

  • Druiven. Alle soorten zijn goed. De kleur en smaak van het druivensap hangt natuurlijk wel af van de druiven die je gebruikt
  • Suiker naar smaak. Ongeveer 50 gram per liter, maar dat is afhankelijk van de smaak van je druiven en van je persoonlijke voorkeur.
  • Water
  • Een grote kookpot
  • Een vergiet en zeefdoek (kaasdoek)
  • Een extra kom om het sap op te vangen
  • Flessen om het sap te bottelen

Hoe maak je druivensap?

Was de druiven en verwijder de steeltjes. Dit hoeft niet super nauwkeurig, je kan ze er gewoon afritsen. Als er een klein steeltje achterblijft, merk je dit heus niet.

Doe de druiven in een grote pot en giet er een glaasje water bij, zodat er wat vocht op de bodem is en het niet kan aanbranden. Zet een deksel op de pot en laat een kwartiertje pruttelen. Al snel zal je zien dat de druiven gaan barsten en hun sap loslaten.

Wanneer alle druiven gebarsten zijn en ze even hebben kunnen koken is het tijd om het sap af te gieten. Leg hiervoor een kaasdoek in een vergiet. Zo komen er zeker geen pitjes of kleine velletjes mee.

Laat de druiven enkele uren of een nacht uitlekken. Zo heb je zeker al het sap mee. Weeg het opgevangen sap op en weeg het. Giet het dan in een kookpot en breng aan de kook. Voeg suiker toe, dit is 5% van het gewicht van het sap. Oftewel 50 gram per liter. Zoals altijd proef je en voeg je toe naar smaak.

Doe het sap in schone (gesteriliseerde) flessen en sluit ze goed af.

Het druivensap serveren

Je kan dit sap zowel koud als warm drinken. Wanneer je het koud serveert, leng het dan aan met water. Vul je glas voor éénderde met sap en vul verder aan met sap. Heb je het liever wat geconcentreerder, doe dan half sap, half water.

Wanneer je het sap warm drink dan voeg je minder of geen water toe. Proef en kijk wat je zelf lekker vind.

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde.

Door het (korte) weckproces trekken flessen en potten beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, zet de flessen met druivensap erin. Ze moeten voor drievierde onder water staan en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Peren inmaken op siroop

Peren op siroop met kaneel: Heerlijk zoet en kruidig!

Inmaakrecepten, Uncategorized

Kaneel en peren, een verrukkelijke combinatie om je in de herfst en winter te verwarmen! De zoete, sappige peren wordt prachtig aangevuld door de verwarmende, kruidige toets van kaneel.

Deze combinatie is zo lekker dat ik, wanneer de perenoogst tegenvalt, peren in de supermarkt ga halen om ze op deze manier in te maken. Ik kan echt geen winter zonder deze heerlijke lekkernij!

Je kan deze peren verwerken in heel wat lekkere gerechten. Of je nu kiest voor een warme perentaart, een stoofpotje van peren, of een eenvoudige, maar hartverwarmende perencrumble. De kruidige toets van kaneel komt gegarandeerd tot zijn recht.

Ons favoriete recept is om ze te vullen met veenbessenconfituur en op te dienen met ragout en een witloofslaatje. Gewoonweg heerlijk!

Peren inmaken op siroop

Het kan interessant zijn om op voorhand een idee te hebben van wat je met de ingemaakte peren wil gaan doen. Heb je kleine peren dan is het makkelijker om ze in hun geheel in te maken, maar het is niet zo handig als je ze achteraf wil gaan vullen. Maar zo’n heel peertje is wel gewoon een leuk garnituur bij een feestmaaltijd, of bij een dessert.

Wil je de peren gaan opvullen, dan halveer je ze en haal je het klokhuis er uit. Je moet ze dan bij de maaltijd enkel nog afwerken met de vulling, dat scheelt weer wat tijd!

Voor taarten, crumble, of stoofpotjes, kan je de peren in schijfjes of blokjes inmaken. Zo heb je er de dag zelf niet veel werk meer aan. Zo’n ingemaakte peer is ook best wat glibberig door de siroop en dat snijdt niet meer zo makkelijk. Ik doe dat werk dus graag op voorhand.

Wat heb je nodig om peren met kaneel in te maken?

  • 1 kg peren
  • Kaneelstokjes (een half stokje per pot)
  • 500 ml water
  • 500 g suiker

Met de suiker en het water maken we de suikersiroop. Hoeveel je daarvan nodig hebt hangt er van de grootte en de manier waarop je de peren inmaakt. Laat je de peren heel, dan is er meer ruimte tussen de peren en heb je dus meer siroop nodig. Snij je ze in blokjes, dan geraakt er meer in één bokaal en heb je minder siroop nodig om de potten te vullen.

Werkwijze

Maak de siroop. Dit doe je door 500 g suiker te laten smelten in 500 ml water. Heb je een grotere hoeveelheid nodig, neem hier dan een veelvoud van. Het is vooral belangrijk dat je eenzelfde gewicht aan suiker en aan water hebt.

We maken de suikersiroop al klaar, zodat we de peren hier snel mee kunnen overgieten. Peren kunnen namelijk, net zoals appels, een bruine kleur krijgen als je ze te lang ongeschild aan de lucht blootstelt. Door er zo snel mogelijk te overgieten met de siroop, voorkom je dat ze bruin zullen worden.

De volgende stap is dus het schillen van de peren en ze eventueel te halveren of in blokjes te snijden.

Doe ze vervolgens in de potten en doe in elke pot een half kaneelstokje. Hoe je niet van kaneel, dan kan het natuurlijk ook zonder, maar de kaneel geeft deze ingemaakte peertjes net dat tikkeltje extra.

Overgiet de peren met de siroop, en sluit de potten.

Weck gedurende 30 minuten op 90°C. Dit kan ook in een grote kookpot. De wecktijd begint te tellen vanaf dat het water in de pot 90°C heeft.

Bewaar de peren in de voorraadkast. Ze blijven gerust twee jaar goed, wellicht zelfs langer. Laat ze ook zeker een week of drie staan voor je ervan gaat proeven. Dan is de smaak van de kaneel goed geïnfuseerd in de peren.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Siroop van vlierbloesems

Vlierbloesemsiroop: Een heerlijke smaakmaker in de lente

Inmaakrecepten

Vlierbloesemsiroop is zowat de lekkerste siroop die er bestaat! Het heeft een unieke, rijke smaak, en dat terwijl het niet eens gemaakt is van vruchten. De smaakmaker van vlierbloesemsiroop is het stuifmeel dat in de bloemen zit!

De vlier bloeit van mei tot juli. Het hangt een beetje af van het weer wanneer het begint, maar eenmaal begonnen, gaat de bloei een tijdje door. Alle schermen komen namelijk niet tegelijk in bloei. Zo kan je lang genieten van die mooie en heerlijk geurende bloesems.

De vlierstruik is al sinds de oudheid een zeer gewaardeerde plant. En hoewel er door de geschiedenis heen ook wat bijgeloof was (binnenshuis zou hij ongeluk brengen), stond de vlier toch vooral bekend om zijn medische eigenschappen. En zo werden aftreksels van de vlierbloesem ingezet tegen hooikoorts. Dus wie weet is deze vlierbloesemsiroop niet alleen een heerlijk drankje, maar kan die ook nog eens helpen als je last hebt van hooikoorts

Vlierbloesems plukken

Om de beste vlierbloesemsiroop te maken moet je de vlierbloesems plukken wanneer ze boordevol stuifmeel zitten, en dat kan je gewoon zien. De kleine meeldraden zijn dan heel duidelijk zichtbaar en zitten vol met lichtgeel poeder. Wanneer je ze plukt moet je haast opletten dat je zelf niet volhangt met stuifmeel, want die valt er zo af. Behandel de bloesemschermen dus met de nodige voorzichtigheid, want je wil zo veel mogelijk van dat heerlijke stuifmeel in je siroop krijgen.

De bloemen plukken doe je best met een schaar of een scherp mesje, als je ze echt zou ‘plukken’ dan maak je te veel schokken en valt het stuifmeel er zo af. Staan de struiken niet in je tuin en moet je de bloemschermen transporteren, neem dan een voldoende grote zak mee, zodat je de bloesems niet te veel moet bijeen proppen wanneer je ze in de zak steekt, want zo zou je weer stuifmeel kunnen verliezen. Je hoort het al, heet draait allemaal om het stuifmeel!

Was de bloemen NIET voordat je er siroop van maakt, zo spoel je namelijk dat lekkere stuifmeel weg. Leg, voordat je ze gebruikt, de bloesemschermen buiten op een handdoek, zodat eventuele beestjes de kans krijgen om weg te kruipen/vliegen. Onderwerp de bloesems nog eens aan een grondige visuele inspectie, en haal eventuele vuiltjes en overgebleven insecten weg, voor je ze gebruikt.

Wat heb je nodig om vlierbloesemsiroop te maken?

  • ongeveer 30 vlierbloesemschermen, afhankelijk van de grote.
  • 1l water
  • 500 g suiker (500 g per liter water)
  • sap van 2 citroenen
  • een grote voorraadpot (van minstens 1.2 liter)
  • schone flessen om de siroop in te bewaren

Werkwijze

Bereid de vlierbloesemschermen voor door ze te inspecteren op beestjes, spinnenwebben of ander vuil, deze haal je eruit. Spoel de bloemschermen zeker niet af want we willen het stuifmeel absoluut behouden voor in onze siroop.

Vul de voorraadpot met de vlierbloesemschermen. Knip er eventueel de wat grotere takjes af. Prop de pot maar goed vol. Hoe meer bloemschermen, hoe intenser de smaak!

Vul aan met water totdat de bloesems onder staan.

Sluit de pot en laat deze een dag in de zon staan. De zon maakt het water lauwwarm en helpt het stuifmeel en alle smaken om op te lossen in het water. Beweeg de pot af en toe zachtjes (walsen, niet schudden).

Na goed 24 uur, wat langer mag ook, is het water klaar om siroop van te maken. Zeef de inhoud van de pot door een zeefdoek. Zo hou je een mooi helder vocht over met een zachte geelgroene kleur en een heerlijke geur.

Kook het vocht op met de suiker en het citroensap. Voeg 500 g suiker en het sap van 2 citroenen per liter vocht toe.

Wanneer de suiker volledig is opgelost is de siroop klaar. Giet de hete siroop in (gesteriliseerde) flessen en sluit deze goed af.

Gebruikte je steriele flessen, dan kan je de siroop zo in de voorraadkast bewaren. Je kan de siroop ook nog even wecken gedurende 15 minuten op 90°C, dan blijft die zeker jaren goed.

Vlierbloesemsiroop gebruiken

Vul een glas voor 1/5de met de vlierbloesemsiroop en vul voor de rest aan met water, al dan niet met prik. Ook lekker met een schijfje citroen erbij!

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Pannenkoek met zelfgemaakte pruimenconfituur

Pruimenconfituur: Een eenvoudig maar lekker recept met slechts 3 ingrediënten

Inmaakrecepten

Confituur maken is een leuke manier om je pruimenoogst te verwerken.

Pruimen zijn superlekker maar hebben één nadeel, en dat is dat bij het merendeel van de soorten alle vruchten in één keer afrijpen. Je zit dan met kilo’s (soms wel tientallen kilo’s) pruimen die in dezelfde week eetklaar zijn.

Ook de houdbaarheid van een pruim valt wat tegen. Je wacht namelijk best met het plukken van de vruchten plukt tot ze rijp zijn – op die manier heb je echt de lekkerste pruimen, die in het niets te vergelijken zijn met die uit de winkel. Maar dan blijven ze ook slechts enkele dagen goed op de fruitschaal, of tot een week in de koelkast.

Pruimenoogst

Je kan je pruimen ook wat vroeger plukken. Dan blijven ze langer goed, maar je boet dan echt wel in op de smaak!

Gelukkig kan je van pruimen verschillende lekkere dingen maken, zoals deze pruimenconfituur! Zo kan je nog lang genieten van je pruimenoogst. Een potje confituur is ook altijd leuk om uit te delen.

Wil je ook eens wat anders proberen? Probeer dan zeker eens dit recept voor pruimen op siroop.

Wat heb je nodig om pruimenconfituur te maken?

Om deze pruimenconfituur te maken heb je slechts 2 ingrediënten nodig! Pruimen en suiker. Simpelweg omdat deze vrucht op zichzelf een uiterst interessant smakenpalet heeft.

  • 1,1 kg pruimen
  • 650 g suiker (geleisuiker kan ook)
  • Optioneel: wat citroensap naar smaak
  • Een bordje voor de geleiproef
  • Gesteriliseerde bokalen – ongeveer 6 stuks van 250 ml

Kies je voor geleisuiker, neem dan een 1:1 suiker. Dit bevat voldoende pectine voor een stevige confituur. Zelf vind ik stevigheid niet zo belangrijk en gebruik ik liever gewone kristalsuiker. Het is goedkoper en heeft niet zo’n vreemd smaakje dat geleisuiker wel heeft.

Aan de slag

Steek om te beginnen het bordje voor de geleiproef in de vriezer. Doordat het bord straks koud is, koelt de confituur makkelijker af en gaat de geleiproef sneller.

Ontpit de pruimen en snij ze in vier tot je 1 kilo pruimenpartjes hebt.

Ontvellen is voor pruimenconfituur absoluut niet nodig. Door het koken lossen de velletjes vanzelf op en merk je er niet dat je ze er aan hebt gelaten. We besparen onszelf dus een hoop werk door dit achterwege te laten.

Doe de suiker samen met de pruimenpartjes in een grote kookpot en laat 15 minuten pruttelen. Roer af en toe om te voorkomen dat de confituur aan de bodem blijft plakken.

Na een kwartiertje zal je zien dat de pruimen zijn uiteengevallen in kleinere stukjes en het mengsel dikker is geworden. De confituur is nu bijna klaar!

Proeven en op punt brengen

Nu komt het belangrijkste deel. Proeven! Neem een klein lepeltje en laat je smaakpapillen hun werk doen. De confituur smaakt natuurlijk niet helemaal hetzelfde als die warm is, maar je krijgt toch een goed idee van de zoetzuurbalans. Ben je een echte zoetebek, dan wil je misschien nog wat extra suiker toevoegen, had je toevallig een hele zoete pruimensoort, dan kan wat citroensap extra diepgang in de smaak brengen. Voeg kleine hoeveelheden per keer toe, roer goed om en proef opnieuw.

De geleiproef

Wanneer je helemaal tevreden bent gaan we over tot de geleiproef. Haal het bordje uit de vriezer en laat er een paar druppels pruimenconfituur op vallen. Wacht tot de confituur is afgekoeld, dit duurt ongeveer 1 minuut, en kijk of deze de gewenste dikte heeft. Je kan dit doen door het bordje schuin te houden, er wat mee te wiebelen, of gewoon eens te voelen met je vinger.

Is de pruimenconfituur lekker stevig, dan is hij klaar om in potten te doen. Is de confituur nog loperig, dan kan je hem nog even laten doorpruttelen tot hij voldoende is ingedikt. Ook dit is weer volledig zoals jezelf wenst, het voegt niets toe aan de houdbaarheid of je confituur stevig is of niet.

Pruimenconfituur bewaren

Wanneer de stevigheid van je pruimenconfituur naar wens is, is hij klaar om in potten te doen. Het kan handig zijn om hier een speciale trechter (link naar bol.com) voor te gebruiken die voorkomt dat je op de randen gaat morsen. Hierdoor sluit namelijk het deksel minder goed af en kan je de confituur minder goed bewaren.

Vul de bokalen tot een centimeter onder de rand en sluit goed af met het schroefdeksel. Draai ze niet om! Het wordt vaak gezegd om het wel te doen, maar dat is nog een regeltje uit grootmoeders tijd. Intussen bevatten haast alle deksel een laagje kunststof dat aangetast zou kunnen worden door de van nature aanwezige zuren in je confituur. Niet omdraaien dus!

Laat de bokalen afkoelen totdat de deksels zijn ingedeukt, dan weet je zeker dat ze zijn vacuüm getrokken. Daarna kan je ze wegzetten in de voorraadkast. De confituur is zeker enkele maanden houdbaar op een donkere plaats. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de pot dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Wecken?

Zelf kies ik er altijd voor om confituur even te wecken, dit doe ik als de potten nog warm zijn. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde. Een andere reden is dat als je je confituur nog even weckt, het dan voldoende is als je de bokalen even het (niet eco) programma van je vaatwasser hebben laten doorlopen. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Wat heb je nodig om confituur te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Om confituur te wecken, weck je ze 15 minuten op 90°C. Dit kan in een weckketel, maar voor slechts enkele potten zet ik meestal gewoon een kookpot op het vuur.

Doe water in de kookpot, zet de bokalen erin. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhandoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je potten minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur gedurende 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!)

Na 15 minuten wecken haal je de bokalen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhandoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de deksels indeuken. Daarna kan je de potten wegzetten op een donkere plaats. Je pruimenconfituur blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de pot dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Frambozenazijn met zoete toets: Een vleugje zomerse luxe, lekker bij slaatjes en in vinaigrettes

Inmaakrecepten

Deze frambozenazijn proeft helemaal naar de zomer! Hij heeft het heerlijke aroma en de dieprode kleur van frambozen, en door de zoete toets is het ook lekker om puur te gebruiken. Deze azijn is een topper om zomerse gerechten en vinaigrettes dat tikkeltje extra te geven.

Ingrediënten voor frambozenazijn met zoete toets

  • 200 g frambozen
  • 2 dl azijn. Ik gebruikte witte wijnazijn, maar ciderazijn kan zeker ook
  • 120 g suiker
  • Een afsluitbare pot
  • Beugelfles of fles met schroefdeksel

Werkwijze

Kijk even na dat de frambozen goed proper zijn. We willen liefst geen zand, vuiltjes, of beestjes in onze azijn. Al wordt hij later nog gezeefd, dus als je iets mist is dat ook geen ramp.

Doe de frambozen samen met de azijn in een pot die je daarna goed afsluit. Zet de pot vervolgens op een donkere plaats op kamertemperatuur. Dit kan bijvoorbeeld in een kast of niet al te koele berging.

Voila, hiermee is de start gemaakt. Nu is het wachten! De frambozen geven zullen nu hun smaak, geur en kleur afgeven aan de azijn. Hoe lang je dit proces laat duren kan je zelf kiezen. Ik liet de frambozen zo’n 10 dagen weken. Wals elke dag een paar keer met de pot.
Schrik niet, de frambozen geven snel hun kleur af, en dan krijgen ze een vreemde witte kleur.

Wanneer de frambozen lang genoeg in de azijn hebben getrokken zeef je de azijn door een zeefdoek (kaasdoek of theedoek). Nu heb je frambozenazijn, deze is al lekker, maar die zoete toets is echt wel geweldig! Dus we gaan nog even door.

We koken de azijn even op met de suiker, totdat die helemaal gesmolten is. Roer even goed door en giet de zoetzure frambozenazijn in een gesteriliseerde fles en sluit deze goed af. Gebruik bij voorkeur een beugelfles of een fles met schroefdeksel.

Doordat de fles na afkoeling vacuüm trekt, is de frambozenazijn, ongeopend, zeker een jaar houdbaar.

Bewaar dit recept voor later

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Siroop van Rozenblaadjes

Inmaakrecepten

Deze siroop ruikt heerlijk en is verrassend lekker! Ik drink hem het liefst met bruisend water en een schijfje citroen. Maar de mogelijkheden zijn eindeloos!

Ingrediënten

  • 40 g rozenblaadjes (onbespoten)
  • 600 ml water
  • 450 g suiker
  • Sap van 1 citroen

Dit is goed voor ongeveer 1 liter rozenblaadjessiroop

Werkwijze

Doe de rozenblaadjes met water in een (weck)pot. Ik liet de rubberen ring achterwege.

Zet in de zon en laat 24 uur staan. Wals zo nu en dan eens met de pot om nieuw water tot bij de rozenblaadjes te krijgen, zo krijgt het water meer aroma

Doe de rozenblaadjes in een weckpot en voeg water toe tot de blaadjes onderstaan. (Duw ze wat aan want ze gaan een beetje drijven).

Het water zal na een poosje de geur en kleur van de rozenblaadjes overnemen. Na slechts een uurtje in de zon deed ik de pot even open en rook het al heerlijk! Doordat ik heel lichtroze blaadjes gebruikte bleef ook de kleur van het water licht.

Volgende keer probeer ik het eens met rode of donkerroze blaadjes als ik die kan vinden.

Na 24 uur giet je de inhoud van de pot door een theedoek in een kookpot. Kook het aromatische water op met de suiker en het citroensap. Zorg dat de suiker goed is opgelost alvorens je de rozenblaadjessiroop bottelt in gesteriliseerde flessen.

Bewaartip

In principe is het niet nodig, maar ik speel graag op zeker. Je kan de gevulde flesjes even wecken. 15 minuten op 90 graden is voldoende. Je hebt hiervoor geen inmaakketel nodig, dit kan ook gewoon in een grote kookpot gevuld met water.

Wat doe je met siroop van rozenblaadjes?

Deze siroop is lekker met bruisend water en een schijfje citroen, maar je kan het ook drinken met plat water.
Of gebruik de rozenblaadjessiroop om een persoonlijke toets te geven aan een gin tonic of om een andere cocktail of mocktail mee te maken!

Bewaar dit bericht voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Pereninmaakdag

Blog

We hebben drie perenbomen in onze tuin, twee laagstammen en een hoogstam, allemaal in leivorm. Maar ze zijn nog jong, héél jong.

Vier peren, dat was de opbrengst dit jaar, maar de perenboom van de buren doen ons dromen van meer. De buurman kwam gisteren aangelopen met een grote emmer vol peren, acht kilo in totaal!

Toen ik met de emmer vol lekkers naar binnen liep, werd hij meteen geplunderd door mijn drie kleine piraatjes, want die zijn dol op fruit. De buurman had er ook nog anderhalve kilo druiven bij gedaan, en die waren binnen de dag verorberd. Je zou soms denken dat ze hier geen eten krijgen 😅.

Met de woorden van de buurman in het achterhoofd (Er komen er nog!) ga ik een deel van de peertjes alvast inmaken. Enkele potten peertjes op siroop en een paar potten confituur. Zo kunnen we deze winter nog nagenieten.

Peren inmaken

En met jammerende kindjes op de achtergrond. “Wij willen al die peren opeten, mama.” Begin ik te schillen.

Peren in siroop

En met de schillen maken we stroop!

Perenschillen om stroop mee te maken

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Zelfgedroogde tomaaten

Tomaten drogen

Inmaakrecepten

Er zijn weinig dingen zo lekker dan gedroogde tomaatjes in olie! Het liefst heb ik ze halfgedroogd, om zo te snoepen als snack, maar je kan er ook deze heerlijk tapenade mee maken. Je kan tomaten ook drogen tot ze helemaal krokant zijn. Week ze dan even voor gebruik in wat water en dan kan je ze gebruiken in sauzen en soepen.

Tomaten drogen: een experiment

Afgelopen week heeft de zon overvloedig geschenen en volgende week is er een hittegolf op komst. Zonne-energie genoeg dus om tomaatjes te drogen zonder oven. Dat vroeg om een experiment!

De ochtend van de vermoedelijk warmste dag van dit jaar, het werd hier in de Kempen ruim 37 graden, hebben we haastig een zonnedroger gemaakt. Met een zwarte blikken emmer van de IKEA, enkele roosters van een oude combi-oven en een glas uit een oud raam is dit het resultaat.

Onze zonnedroger #ikeahacking

Ik droogde die dag kerstomaatjes. Ik sneed ze in de helft, bestrooide ze met zout en gedroogde basilicum en liet ze een ganse dag drogen. Op het einde van de dag was dit het resultaat.

Halfgedroogde tomaatjes in olijfolie

Tomaten drogen in de oven of voedseldroger

Zit het weer wat tegen dan kan je tomaten ook drogen in de oven of voedseldroger. De ideale droogtempratuur voor groenten is 55 à 60°C. Het duurt ongeveer 15 uur voordat de tomaten volledig droog zijn. Maar dat is afhankelijk van de grootte en hoe dun ze gesneden zijn. Heb je liever halfgedroogde tomaten als snack, droog ze dan iets minder lang.

Gedroogde tomaten bewaren

Een bokaal met heerlijke halfgedroogde tomaatjes! Na het drogen heb ik de tomaatjes in gesteriliseerde bokalen gedaan en overgoten met extra vierge olijfolie totdat ze onderstaan. Daarna de bokalen goed sluiten en bewaren in de koelkast. Halfgedroogde tomaten zijn enkele weken houdbaar, voor langere bewaring weck je de potten 30 minuten op 100°.

Volledig gedroogde tomaten kan je ook zonder ollie in een afgesloten pot bewaren. Voor lange bewaring weck ik deze ook graag even voor de zekerheid. Zo zijn de bokalen goed vacüum getrokken en eventuele ongewenste schimmels en dergelijke gedood.

Laat die tomaatjes maar komen!

Bewaar dit bericht voor later

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk: