Zelf lookboter maken: snel, eenvoudig en heerlijk

Recept

Lookboter kan je makkelijk zelf maken, maar is in het niets te vergelijken met degene die je in de winkel koopt. Hij is romiger en gevarieerder van smaak. Probeer het gewoon eens. Het is klaar in vijf minuten en is gewoonweg heerlijk. 

Lookboter is lekker bij gegrild vlees, een aardappel in de schil, of op lookbroodjes! Je hoort het al. Deze lookboter mag niet ontbreken bij je volgende BBQ. Lookboter is ook lekker bij lams of scampi, of om je puree mee af te werken.

Je kan ook zelf melkerij boter maken. Dit maakt je lookboter nog voller van smaak.

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Zelf melkerij boter maken

Doe twee potjes room (minimum 30% vetgehalte) in een mengkom en klop met een keukenrobot of klopper je boter hebt.

Het is net zoals slagroom maken, maar wanneer je op het punt komt dat je mooie luchtige lobben krijgt, dan klop je nog even door. De room zal dan stukjes krijgen en voor je het weet heb je boter.

Het gebeurt bijna ineens. Je hebt mooie slagroom en een minuutje later heb je ineens boter en een soort waterige melk.

Een volgende belangrijke stap is de boter wassen. Dit is nodig om ervoor te zorgen dat de boter langer houdbaar blijft.

Giet de waterige melk af en houd de boter (in de kom) onder de kraan. Doe vers water in de kom en kneed de boter terwijl je die in het water houdt. Giet het water af en herhaal met proper water. Blijf dit doen tot je water proper blijft.

Opgepast! Je handen worden hier heel vettig van, dus zet op voorhand alvast een schaaltje klaar om je gewassen boter in te doen. En de handzeep om nadien je handen te wassen.

Ik was niet zo goed voorbereid en heb nadien de keukenkasten moeten schoonvegen.

Wat heb je nodig om zelf lookboter te maken?

  • 100 g melkerij boter (of maak zelf boter zoals hierboven beschreven staat)
  • Een half teentje look
  • 1 eetlepel verse bieslook
  • Een snufje zout naar smaak
  • Optioneel: 2 bieslookbloemen

Aan de slag

Laat de boter even op kamertemperatuur komen, zo kan je deze makkelijker bewerken.

Pel het teentje look en snij in de helft. Verse look heeft een sterke smaak. Je hebt er maar een half teentje van nodig. Pers het halve half teentje knoflook met een knoflookpers.

Snij de bieslook in fijne stukjes. Een kruidenschaar is hiervoor extra handig.

Doe de look, de bieslook bij de boter. Voeg een snufje zout toe, maar niet te veel. Extra zout toevoegen kan altijd nog.

Meng alles met een vork. en proef. Voeg indien nodig nog wat extra zout of bieslook toe

Heb je bieslookbloemen pluk dan de kleine bloemetjes van de steel en meng in de boter. Hou een paar bloemetjes apart om te garneren.

Heerlijk op een broodje op de BBQ, een aardappel in de schil, of op een stukje gegrild vlees!

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar de pagina met recepten voor nog meer inspiratie!

Dit vind je misschien ook leuk:

Luis op de paprikaplanten en een bezoekje aan het tuincentrum

Blog, Moestuin, Moestuindagboek

Ik zal beginnen met het slechte nieuws. Zoals je in de titel al kan lezen is de bladluis mijn keuken binnengeslopen. Enkele weken geleden verspeende ik mijn gekregen paprikaplantjes en niet veel later spotte ik de eerste luizen. Maar intussen lijken ze allemaal wel aangetast!

Elke ochtend en avond inspecteer ik de plantjes en haal ik de luizen eruit, vakkundig platknijpend tussen mijn duim en wijsvinger. Maar ik kan het haast niet meer bijhouden. Na een dag zitten ze er weer, en met meer.

De nieuw gevormde blaadjes beginnen er ook wat last van te hebben, ze krullen op. Hoog tijd dus om de planten naar buiten te verhuizen en hopelijk schiet dan een leger lieveheersbeestjes te hulp om deze plaag wat af te remmen, zodat de paprikaplantjes alsnog kunnen uitgroeien tot mooie planten.

De tuin groeit en bloeit

Maar zeker niet alles is kommer en kwel. We hebben eindelijk enkele dagen mooi weer. Het is heerlijk om buiten te zijn met de zon op mijn snoet. Ook de planten hebben er deugd van. De aardbeien bloeien volop, de pruimen groeien zienderogen, en de bijen en hommels zijn druk in de weer met alles wat bloeit.

Ik nam ook nog een foto van de laatste tulpen, en het eerste gebroken hartje, wat een prachtig bloemetje!

Een bon voor een tuincentrum: een cadeau of beproeving?

Ik kreeg een jaar geleden een bon voor een tuincentrum in de buurt. En zoals dat gaat met een geschenkbon, laat ik het ding liggen tot enkele dagen voor de vervaldatum. En dus repte ik me deze week naar het tuincentrum, gewapend met mijn bon in de hand.

Maar dan ben je daar met je bon van 50 euro, en een onweerstaanbare drang om de hele plantenafdeling leeg te kopen. Ik heb me wat moeten inhouden, maar ik heb wel een paar leuke plantjes mee. Ik kocht wat aubergineplanten, want mijn eigen opkweek was door een hardnekkige luchtweginfectie uitgedraaid op een fiasco. Ik vond ook nog 2 zoete aardappel- en artisjokplantjes. Die laatste heb ik nog nooit geprobeerd, dus ik ben benieuwd. Op weg naar de uitgang griste ik ook nog een zelfbestuivende kiwi mee. De variëteit ‘Jenny’ belooft een leuke oogst van kleine kiwi’s.

Experimenteren

In de keuken werden er ook weer enkele experimenten opgezet. Zo had ik na een lange winterstop zin om de weckketel nog eens boven te halen. Groenten en fruit om te wecken zijn er nog niet in de tuin, maar toen zag ik in mijn weckboekje dat je cake ook kan wecken. Mijn nieuwsgierigheid werd geprikkeld en ik ging het meteen uitproberen. Intussen zie ik er het gemak (en plezier) wel van in en heb ik al een aantal ladingen cake geweckt, in verschillende varianten. Wat word ik daar toch gelukkig van als ik een potje gevuld weer in het voorraadrek kan zetten. Meer info en mijn cakerecepten vind je hier.

marmercake wecken

Ik probeerde ook voor het eerst om zelf priklimonade te maken, dit deed ik met behulp van fermentatie. En dat is dan meteen ook het eerste fermentatieproces dat ik doelbewust in gang heb gezet. Onbewust had ik het enkele jaren geleden helaas al eens voor met de halfgedroogde tomaten, maar dat heb ik gelukkig niet meer voorgehad sinds ik de tomaten in olie nog even weck.

Maar de limonade is na veel proeven en wachten echt wel lekker geworden. Nu even kijken of ik het hele proces nog enkele keren kan reproduceren en dan wil ik graag nog experimenteren met verschillende soorten fruit. Wie weet dus een nieuw recept voor op de website binnenkort.

Top slot nog een klein experimentje in de tuin. Hier ging ik stekken buiten het seizoen. Een (te) late snoei bij de druiven, en takbreuk bij de blauwe bessen, zorgden voor stekmateriaal in april. Het leek me zo zonde om de takken weg te gooien en dus maakte ik er maar stekjes van.

Bij de blauwe bessen nam ik enkel stukjes jong hout, dat nog mooi rood van kleur is en buigzaam. Ik liet aan elke takje een blaadje (of twee) staan en stak ze in potgrond. De druiven waren nog niet uitgelopen en dus stak ik enkele takken in wat potgrond en wachtte af. Intussen zijn ze wel uitgelopen, maar dat wil nog niets zeggen. In de tak en de reeds gevormde knoppen zit meestal voldoende energie voor die eerste groene blaadjes. Ik topte alvast op één of twee blaadjes om zo te vermijden dat er teveel vochtverlies via het blad zou zijn. Hopelijk worden er snel wortels gemaakt, en overleven er zo een paar stekjes de zomer. Dan heb ik volgend jaar nieuwe planten, en dat vind ik altijd leuk!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Siroop van Seringen

Inmaakrecepten

Deze siroop is mijn absolute favoriet!

Het is elk jaar weer uitkijken naar de lente. Met haar weelderige bloemenpracht! Seringen, zijn samen met paardenbloemen, bij de eerste bloemen die we in het voorjaar in onze keuken kunnen gebruiken.

Proef eens een bloemetje van de heerlijk geurende bloemtrossen. Het zal je verrassen met een frisse smaak. Hoe paarser de sering, hoe feller de smaak.

Je kan de fijne bloemetjes van de sering gebruiken als garnituur in een slaatje, maar ook deze seringensiroop haalt het beste uit de bloemen naar boven.

Seringen voorbereiden om siroop te maken

Voor deze siroop gebruiken we enkel de bloemetjes zelf. Eigenlijk enkel de bloemblaadjes.

Wanneer je de bloemen van de trossen plukt, laten de bloemblaadjes los en blijft het hart van de bloem aan de tros.

Het plukken van de bloemen is overigens een fijn rustgevend werkje. Je wordt de hele tijd overspoeld door de heerlijk zoete geur van de seringen.

Je hoort het al, ik ben fan van deze wondermooie, en lekker geurende, lentebloeier!

Hoe geef je seringensiroop een paarse / roze kleur

In tegenstelling tot wat je zou denken, is de kleur van seringensiroop niet paars (of roze). De bloemen geven namelijk hun kleur niet af (in tegenstelling tot rozen). Maar door eenvoudigweg een paar blauwe bessen toe te voegen, krijg je alsnog een mooie paarsroze kleur, zoals je bij seringen zou verwachten. Zou je geen bessen toevoegen, dan heeft seringensiroop een eerder bruine kleur. Iets minder mooi, maar dat maakt de siroop er niet minder lekker om.

Ingrediënten voor seringensiroop

Voor 1.5 liter siroop:

  • 30 g seringenbloemen
  • sap van een halve citroen
  • 1 liter water
  • 600 g suiker
  • optioneel: enkele blauwe bessen (ik gebruikte er 10)
  • Een afsluitbare pot met een inhoud van 1 liter (of meer)
  • Fijnmazige zeef, met eventueel een neteldoek (kaasdoek)

Hoe maak je siroop van seringen?

Zoals altijd wanneer ik met bloemen werk, ga ik voor de koude infusie methode. Dit wil zeggen dat ik de bloemen gedurende een dag (of iets korter of langer) laat weken in koud water. Deze methode duurt wat langer dan wanneer je de bloemen met het water en suiker aan de kook brengt. Maar qua smaak vind ik dat koude infusie een beter resultaat geeft, zeker wanneer je met zoiets delicaats werkt als bloemblaadjes.

Seringenthee om siroop van te maken

Doe de bloemen in een afsluitbare pot en overgiet met water tot de bloemen onderstaan (of een beetje meer). 1 liter water voor 30 gram seringenbloemen is een prima verhouding.

Doe er het sap van een halve citroen bij en enkele blauwe bessen. De blauwe bessen zijn optioneel, ik voeg ze toe omdat ze de siroop zo’n leuke kleur geven. Anders heeft seringensiroop een eerder lichtbruine kleur. Deze siroop is uiteraard ook lekker, maar de mooie paarse kleur geeft toch iets extra!

Sluit de pot goed af en laat het geheel gedurende 16 uur infuseren. Wals af en toe met de pot om de bloemen en het water wat te mengen.

Na het infuseren giet je de inhoud van de pot door een fijnmazig vergiet. Gebruik eventueel een neteldoek (kaasdoek). Je hebt nu een mooie paarse seringenthee met een heerlijke florale geur (en smaak).

Warm de ‘seringenthee’ op met 600 gram suiker.  De siroop is klaar wanneer de suiker goed is opgelost!

Wil je de seringensiroop bewaren, laat ze dan even doorkoken en giet in gesteriliseerde flessen. Je kan de siroop ook wecken, doe dan de hete siroop in de flessen en volg onderstaande stappen om sap of siroop te wecken.

Hoe gebruik je seringensiroop?

De smaak en geur van seringensiroop geeft een heerlijk verfijnde smaak aan desserten. Gebruik deze siroop puur, op een ijsje of een pannenkoek en maak er zo een extra feestelijk toetje van!

Je kan er ook een lekker verfrissend drankje mee maken.  Wij gebruiken siroop om zelf frisdrank te maken.

Vul een glas voor 1/5 de met de siroop en leng aan met water (plat of bruisend). Je kan ook extra smaakmakers toevoegen zoals limoen of gember, maar deze seringensiroop drink ik het liefst gewoon zoals hij is. Heerlijk!

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Dan trekken de flessen beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is, dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, om enkele flessen te wecken gebruik ik een aspergepot. Deze is hoog genoeg voor de weck-sapflessen en niet te breed, waar door je geen te grote massa water moet opwarmen.

Zet de gevulde en goed afgesloten flessen in de kookpo, ze moeten voor drievierde onder water staan, en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

marmercake wecken

Cake wecken: De ideale manier om cake te bewaren!

Inmaakrecepten

Ik bladerde een tijdje geleden door mijn weck-inmaakboek en las het hoofdstuk ‘Cake wecken’.

Ik was nog al door dat hoofdstuk heen gebladerd, maar toen had ik het niet zoveel aandacht gegeven. Ik zag er het nut niet zo van in. In tegenstelling tot het inmaken van groenten en fruit die zich niet goed laten bewaren, leek cake wecken me weinig nuttig.

Weck inmaakboek

Cake maken is namelijk niet seizoengevoelig. De ingrediënten zijn quasi altijd beschikbaar. En waarom zou je cake willen bewaren? Maar nu, met een gezin van vijf, en een agenda die soms helemaal volgepland is, zie ik er het gemak wel van in.

Waarom cake wecken?

Het grote voordeel van geweckte cake is dat het altijd voor handen is. Je maakt in één keer een grote portie beslag, en maakt verschillende ‘weckpotcakejes’.

Ik hou graag vast aan zelfgemaakte vieruurtjes. Niet dat ze per se gezond zijn, maar de onnodige toevoegingen laten we wel achterwege. Maar soms kom je er gewoon niet toe om elke week een nieuwe lading koekjes, cake of wafels te bakken, en dan is het leuk om wat achter de hand te hebben.

Op deze manier kan je een voorraad cake aanleggen wanneer je daar wel de tijd voor hebt. Om dan enkele weken of maanden later een pot open te trekken met een lekkere cake. Want geloof me, je proeft het echt niet dat die cake al meer dan een maand geleden gebakken is.

Ook als je onverwacht bezoek hebt, is het look dat je zelfgebakken cake in huis hebt voor bij de koffie of thee.

Cake wecken geeft je ook de mogelijkheid om kleinere porties te maken. Voor ons gezin wecken we cake in 0.75 l glazen, maar voor een klein gezin is een 0.5 l glas al voldoende. Door kleinere cakes te maken hoef je nooit nog oude uitgedroogde cake te eten, of nog erger, cake slecht laten worden. Geweckte cake blijft namelijk maanden goed!

Hoe lang blijft geweckte cake goed?

Volgens het weck-inmaakboek blijft ingemaakte cake voor minstens 6 maanden goed, maar dat heb ik zelf nog niet kunnen uittesten. Ik at gisteren nog een stukje cake van 5 weken oud en dat smaakte alsof ik hem die ochtend gebakken had. Niet droog, en ook niet vochtig (als je daar schrik voor zou hebben). Ik zou het verschil niet kunnen proeven. Alleen aan de vorm kan je het afleiden, want die is rond!

marmercake wecken

Hoe weck je cake?

Verwarm de oven voor op 180°C en maak het cakebeslag. Ik weckte al appelcake en marmercake.

Voor het wecken van cake is het belangrijk dat je de juiste weckglazen gebruikt. De stortglazen hebben rechte wanden en zijn dus ideaal. Gebruik je andere potten of glazen, dan komt je cake er mogelijk niet mooi uit. De weckpotten worden eveneens als bakvorm gebruikt.

Vet en bloem de weckpotten. Ik gebruik melkerijboter, maar een plantaardig alternatief is prima. Het is exact dezelfde methode die je zou toepassen als je een ovenschaal zou gebruiken als cakevorm. Eerst de randen en de bodem insmeren met boter, dit kan met een kwastje, of een stukje keukenpapier. Vervolgens doe je een eetlepel bloem in de potten en draai je de potten zodanig rond dat er een dun laagje bloem is op de met boter ingesmeerde randen.

Marmercake klaar om te wecken

Daarna vul je de weckpotten voor de helft met cakebeslag. En bak je ze in de oven gedurende 45 minuten. Controleer met een prikker of de cake goed gebakken is. (Er mag geen beslag blijven plakken). Voor het geval dat de cake boven de rand van de pot is uitgerezen dan snij je er een stuk af.

Plaats de rubbers, deksel en klemmen op de nog warme potten wanneer je de cake uit de oven hebt gehaald. Het is belangrijk dat je de cake niet laat afkoelen. Anders moet je langere wecktijden hanteren.

Wanneer de cake bijna gebakken is kan je het weckproces al voorbereiden. De cake wordt geweckt wanneer die net uit de oven komt. Om de potten met cake niet te laten afkoelen is het handig als het water van de weckketel (of kookpot, dat gaat ook!) al goed is opgewarmd.

Plaats dan de weckpotten in de weckketel of kookpot en weck gedurende 20 minuten op 100 graden. De tijd gaat pas in wanneer het water een temperatuur van 100°C heeft bereikt.

Haal de potten na 20 minuten uit de ketel en laat ze afkoelen op een keukenhanddoek. Wanneer de potten volledig zijn kan je de klemmen verwijderen, de potten labelen en wegzetten.

Geweckte cake gebruiken

Het is heel eenvoudig om geweckte cake te gebruiken. Daar doen we het namelijk voor, om snel een vieruurtje of dessertje op tafel te zetten.

Open simpelweg de pot en haal de cake er uit. Dit doe je door hem ondersteboven op een plank, of het aanrecht, te zetten en er even mee te tikken. De cake valt er dan makkelijk uit.

Snij de cake in plakken en dien op!

Geweckte marmercake

Appelcakebeslag om te wecken

Geweckte appelcake blijft heerlijk smeuïg en behoudt zijn smaak goed. Het enige wat ik kan aanmerken is dat de appeltjes zich niet gelijk verdelen over de cake. Zo zitten er bovenaan wat meer en onderaan minder.

Maar in ons gezin is dat geen probleem. Iedereen heeft wel zijn favoriete plakje. Zo kiest mijn jongste zoon een plakje van bovenaan de cake, met lekker veel appelstukje, en de oudste, die doorgaans niet graag appelcake eet, heeft liever een plakje onderaan. Daar zit meer cake en wat minder appel, en die verhouding vindt hij perfect. En zo is ook hij fan van geweckte appelcake.

Ingrediënten voor 6 geweckte appelcakes van 0.75 l:

  • 500 g zelfrijzend bakmeel
  • 500 g kristalsuiker
  • 500 g boter
  • 6 eieren
  • 4 appels
  • 6 stortglazen van 0.75l (die kan je hier kopen)

Aan de slag

Laat 500 g boter smelten op een zacht vuur. Meng intussen droge ingrediënten, 500 g suiker en 500 g zelfrijzend bakmeel.

Voeg de gesmolten boter toe aan de droge ingrediënten en meng met een klopper of keukenrobot, en roer de eieren erdoor tot je een romige massa hebt.

Schil de appels en snij ze in blokjes van ongeveer 1 op 1 cm. Voeg ze toe aan het cakebeslag en meng even met een lepel.

Verdeel het beslag over de weckpotten. Vul hierbij elk glas tot de helft.

Laat 45 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 180°C. Controleer de gaarheid met een prikker.

Weck vervolgens gedurende 20 minuten op 100°C. Volg hiervoor de instructie van hierboven, bij ‘Hoe weck je cake?’

Marmercakebeslag om te wecken

Ook marmercake laat zich goed wecken. De tekening is wel wat anders door dat je de cake in een meer verticale vorm bakt, maar misschien heb ik gewoon nog niet de juiste methode gevonden. Nu heb je een cake met een kern van chocoladecake en gewone cake errond. Maar lekker is het zeker!

Ik maak hem in grote hoeveelheden, want dit is onze gezinsfavoriet.

marmercake wecken

Ingrediënten voor 6 geweckte marmercakes van 0.75 l

  • 500 g zelfrijzend bakmeel
  • 500 g kristalsuiker
  • 500 g boter
  • 6 eieren
  • 2 eetlepels cacaopoeder (100 % cacao) en 2 extra eetlepels kristalsuiker
    Je kan dit eventueel ook vervangen door cacaopoeder waaraan al suiker is toegevoegd
  • 100 ml halfvolle melk
  • 6 stortglazen van 0.75l (die kan je hier kopen)

Aan de slag

Laat 500 g boter smelten op een zacht vuur. Meng intussen droge ingrediënten, 500 g suiker en 500 g zelfrijzend bakmeel.

Voeg de gesmolten boter toe aan de droge ingrediënten en meng met een klopper of keukenrobot, en roer de eieren erdoor tot je een romige massa hebt.

Verdeel tweederde van het beslag over de weckpotten. Van het andere derde gaan we een chocoladebeslag maken.

Voeg bij de rest van het beslag het cacaopoeder, de extra lepels suiker en de melk. Roer even goed door en verdeel over de weckglazen.

Maak met een vork een paar swirls of kronkels zodat het deeg een beetje mengt. Door het bakken zal het deeg zich verder mengen. Zo zal het chocoladebeslag een beetje meer naar onder zakken en in het midden blijven, terwijl het gewone beslag langs de buitenkant naar boven komt.

Laat 45 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 180°C. Controleer de gaarheid met een prikker.

Weck vervolgens gedurende 20 minuten op 100°C. Volg hiervoor de instructie van hierboven, bij ‘Hoe weck je cake?

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Siroop van Paardenbloemen: Werkt ontgiftend EN is lekker in een Drankje

Inmaakrecepten, Verzorging

In de lente bloeit de paardenbloem volop. Overal in het landschap duikt hij op. In weides, bermen en ook in de tuin.

De laatste decennia wordt de paardenbloem aanschouwd als een lastig onkruid dat waar je moeilijk van af komt. Maar eigenlijk is die paardenbloem een heel nuttige plant!

Veel meer dan ‘onkruid’

Een paardenbloem is van onschatbare waarde voor de natuur. Hij zit boordevol nectar en is daarom een belangrijke voedselbron voor bijen en andere insecten. Daarnaast verricht hij ook wonderlijk werk in de bodem.

De bodem verliest heel wat mineralen. Ze spoelen uit met door de regen, of worden opgenomen door planten die vervolgens op ons bord belanden. De bodem verarmt dus voortdurend. Gelukkig zijn er planten die deze mineraaltekorten weer kunnen aanvullen. En de paardenbloem hoort daar zeker bij!

Met zijn diepe penwortel kan de paardenbloem calcium op halen uit diepere grondlagen. Dit wordt via de wortel getransporteerd naar de bladeren. Wanneer het blad in de winter afsterft komt het calcium vrij en wordt dit teruggegeven aan de humuslaag. Prachtig toch?

Maar ook ons heeft deze plant heel wat te bieden! De jonge bladeren kan je gebruiken in salades. En er bestaat ook paardenbloemwijn en -bier.

Zowat elk deel van de plant heeft ook interessante medische toepassingen, en kunnen dus gebruikt worden in thee, tincturen, siropen en zalfjes om de gezondheid te bevorderen of kwaaltjes aan te pakken. Bovendien is het ook een goede bron van Kalium.

Medische eigenschappen van de paardenbloem

De paardenbloem heeft diuretische eigenschappen. Vandaar ook de alternatieve naam ‘pisbloem’ of in het Frans ‘pisenlit’, een plas-in-bed-bloem dus. Zo erg is het gelukkig niet, maar als je thee of siroop van paardenbloemen drinkt, dan maak je dus meer urine aan.

In de geneeskunde worden diuretica gebruikt om de bloeddruk te verlagen en zo de kans op hartfalen te verminderen.

Uit wetenschappelijk onderzoek (bij ratten weliswaar) is ook gebleken dat paardenbloemthee helpt bij detoxificatie van de lever.

Effect of herbal teas on hepatic drug metabolizing enzymes in rats door Pius P. et al (2001)

Daarom zouden paardenbloemen de kans op bepaalde kankers kunnen verminderen omdat ze helpen met het afbreken en afvoeren van schadelijke stoffen uit de omgeving die zich opstapelen in de lever.

Een kanttekening hierbij is dat het gebruik van paardenbloemextracten (bvb. thee, tinctuur of siroop) een invloed kan hebben bij het gebruik van bepaalde medicijnen, doordat deze sneller worden afgebruiken. Het gebruik van paardenbloemextracten wordt dan ook afgeraden wanneer je medicijnen neemt.

Paardenbloemen plukken

Bij het plukken van de paardenbloemen moet je op een aantal dingen letten, namelijk het moment dat je gaat plukken en de plaats.

Wanneer je bloemen gaat plukken is niet zozeer van belang voor de siroop maar wel voor de bijen en andere insecten die de paardenbloem als voedselbron gebruiken. Zo ga je best niet beginnen plukken zodra je de eerste paardenbloem ziet verschijnen. Laat die eerste bloemen voor de bijen, die deze voedingstoffen broodnodig hebben na de winter en heb een weekje (of twee) geduld. Want in geen tijd staan er niet enkele paardenbloemen, maar weides vol. Overal waar je kijkt zie je een gele gloed in het landschap. DAT is het moment om te gaan plukken.

Ook de plaats waar je paardenbloemen gaat plukken is belangrijk. Pluk niet langs een pad, want daar is de kans groot dat er veel honden langslopen. En je wil geen bloemen plukken in de buurt van hun uitwerpselen. Kies voor een weide of braakliggend stuk grond, of misschien heb je wel paardenbloemen in je eigen tuin. Pluk je in een weide, wees er dan zeker van dat er geen pesticiden gebruikt worden. Om die reden is het ook best om geen bloemen te plukken aan de randen van akkers.

Bij ons thuis vinden de paardenbloemen makkelijk aan de rand van het gazon, de moestuin en de bloemperkjes. Wanneer ik onkruid wied laat ik er altijd een aantal staan voor de bijen, en voor ons. Zo kan ik met een gerust hart de bloemen gebruiken in de keuken.

Kies bij het plukken voor bloemen die frisgeel zijn en mooi open staan. Deze hebben veel stuifmeel en geef dus de lekkerste smaak.

Wat heb je nodig om siroop van paardenbloemen te maken?

Voor 1,5 liter siroop:

  • 200 paardenbloemen. Kijk hierboven bij paardenbloemen plukken waar je op moet letten
  • 900 ml water
  • 650 g suiker
  • sap van 1 citroen
  • Een vergiet met neteldoek (kaasdoek)
  • gesteriliseerde flessen om de siroop in te bewaren

Aan de slag

We wassen de bloemen niet omdat we zo veel mogelijk stuifmeel willen behouden.

Om deze siroop te maken gebruiken we enkel de bloemblaadjes. Deze kan je met een klein lepeltje uit de groene kelkbladeren plukken. Het is niet erg als er af en toe een groen blaadje meekomt, maar de groene delen van de paardenbloem geven een bittere smaak, en willen we dus niet te veel in onze siroop.

Nu gaan we een soort paardenbloemthee maken.

Doe de gele bloemblaadjes in een grote pot (of in twee kleinere) en vul aan met water tot ze onder staan. Laat de paardenbloemthee gedurende 24 uur trekken. Zet bij zonnig weer de pot in de zon. Dan warmt het water lichtjes op, zonder dat het te heet wordt en er te veel goede stoffen verloren gaan.

Na het infuseren giet je de inhoud van de pot door een vergiet met neteldoek (kaasdoek). Op het eerste zicht (en geur) is dit misschien geen heel smakelijk brouwsel, maar geloof me, dat komt nog!

Warm de paardenbloemthee op met 700 gram suiker en het sap van 1 citrooen. Wanneer de suiker gesmolten is is de siroop klaar!

Wil je de paardenbloemensiroop bewaren, laat ze dan even doorkoken en giet in gesteriliseerde flessen. Je kan de siroop ook wecken, doe dan de hete siroop in schone flessen (steriliseren is niet nodig) en volg onderstaande stappen om sap of siroop te wecken.

Paardenbloemensiroop gebruiken

Vul een glas voor 1/5de met de siroop, doe er een ijsblokje in en leng aan met gekoeld water. Deze siroop is op z’n best wanneer hij koel gedronken wordt!

Gebruik je de siroop om zijn medicinale toepassingen, dan kan je gewoon een eetlepel siroop innemen. Maar niets houd je tegen om er evengoed een verfrissend drankje mee te maken.

De siroop laat zich ook goed combineren met gekoelde gemberthee!

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Dan trekken de flessen beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is, dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, om enkele flessen te wecken gebruik ik een aspergepot. Deze is hoog genoeg voor de weck-sapflessen en niet te breed, waar door je geen te grote massa water moet opwarmen.

Zet de gevulde en goed afgesloten flessen in de kookpo, ze moeten voor drievierde onder water staan, en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerste.

Bewaar dit recept voor later:

Vind meer recepten in de rubriek gezondheid en verzorging!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Zelf vloeibaar wasmiddel maken: lekker makkelijk en kostenbesparend!

DIY

Zelf wasmiddel maken is een snelle manier om geld te besparen op je huishoudbudget. Het is eenvoudig en je hebt slechts twee dingen nodig! Een blok zeep, die koop je voor enkele euro’s in de winkel, en water, dat komt gewoon uit de kraan.

Drie jaar geleden maakte ik voor het eerst zelf vloeibaar wasmiddel, en ik ben er sindsdien niet meer mee gestopt. Ik doe het in de eerste plaats uit ecologisch oogpunt. Vloeibaar wasmiddel bestaat namelijk hoofdzakelijk uit water. En dat komt evengoed uit de kraan. Dus zeep in vaste vorm kopen en zelf vloeibaar maken, leek me dus zo gek nog niet.

Goedkoop wassen met zelfgemaakt wasmiddel

Economisch was dit ook een leuke meevaller. Met een blok zeep van 150 gram, maak je zo’n 7 liter wasmiddel, goed voor 80 wasbeurten. Mijn favoriete zeep kost 3 euro, maar goedkoper vind je er zeker ook. Dat maakt dan 0.0375 euro per wasbeurt. De kost van het water en elektriciteit zitten hier niet bij in, maar voor 7 liter water en minder dan 10 minuten kooktijd, zou dat moeten meevallen.

Als je dit dus vergelijkt met het wasmiddel van de winkel, zelfs de goedkope merken, dan is dit dus sowieso een interessante besparing.

Wast het je kleren weer schoon?

De meeste vlekken komen er met dit wasmiddel weer uit. Maar ik heb drie kinderen en die spelen het ook wel eens klaar om vlekken te maken die er niet meer uit gaan, maar die gaan er met het wasmiddel van de winkel wellicht ook niet uit. Dan gebruik ik een ontvlekker die ik maak van natriumbicarbonaat en zuurstofwater.

Voor witte was kan je ook natriumbicarbonaat toevoegen aan de was, zo wordt die niet grauw.

Wat bij hard water?

Hard water is water waar veel calcium in zit. Er wordt dan meestal aangeraden om wat meer wasmiddel te gebruiken en vervolgens wasverzachter.

Je kan een half dopje extra wasmiddel toevoegen, maar pas ook zeker op dat je niet te veel wasmiddel gebruikt. Want ook dat is niet goed voor je machine! Wasverzachter kan je prima vervangen door een flinke scheut natuurazijn.

Wat heb je nodig om vloeibaar wasmiddel te maken?

  • 150 gram zeep, in vaste vorm, korrels mag ook
  • 7 liter water
  • Een kookpot met een inhoud van 10 liter
  • Een staafmixer

Aan de slag

Rasp de zeep met een grove rasp.

Doe de geraspte zeep samen met 1 liter water in de kookpot. Breng aan de kook en laat de zeep smelten.

Wanneer alle zeep gesmolten is voeg je de overige 6 liter toe. Warm het geheel weer op en roer geregeld. Hierdoor mengen de zeep en het water zich tot één geheel.

Nu moet het wasmiddel afkoelen. Zet de kookpot op een koele plaats. Ik zet hem altijd een nachtje buiten. Zet er dan wel een deksel op zodat er geen blaadjes of zand in komt waaien.

Na een nachtje afkoelen heeft zich een dikke gel gevormd. Die ga je nu mixen. Het is belangrijk om lang genoeg te blijven mixen, zodat alle klonters weg zijn.

Heb je het gevoel dat je wasmiddel echt te dik is, dan kan je nu nog wat extra water toevoegen.

Na het mixen giet je het wasmiddel in flessen en is het klaar voor gebruik. Je kan hiervoor lege flessen van je vroegere vloeibaar wasmiddel voor gebruiken.

Help! Mijn zelfgemaakte wasmiddel blijft niet vloeibaar!

Het kan gebeuren dat je vloeibare wasmiddel, toch niet vloeibaar blijft. Het lijkt dan samen te klonteren tot één blubberige massa, en dat doseert niet makkelijk.

Als dit gebeurt dan heb je te weinig water gebruikt of niet goed gemixt. Ik heb het in het begin ook een paar keer voorgehad, maar gelukkig is het eenvoudig op te lossen. Giet je wasmiddel in een grote pot, voeg wat extra water toe en mix heel goed door. Giet het daarna opnieuw in de fles. Let op, je hebt nu wel meer! Maar dat is niet zo erg, toch?

Bewaar dit recept voor later:

Ontdek meer leuke DIY projecten op onze DIY-pagina!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Romige slasoep: Lekker en snel klaar

Recept

Het is nog eens tijd voor een nostalgisch recept. Eentje uit het receptenboek van mijn moeder.

Van maart tot december is er sla te vinden in de moestuin, en in de winter kan het zelfs nog in de kas. Als je het zaaien een beetje bijhoudt hoef je nooit zonder te zitten. Integendeel! Soms zijn er veel te veel kroppen ineens klaar en moet je elke dag sla eten om te voorkomen dat ze allemaal door gaan schieten. Soep maken is dan ideaal om snel enkele kroppen weg te werken, en deze mogen zelfs al doorgeschoten zijn!

Doorgeschoten sla maak deze soep zelfs extra lekker. De kroppen zijn dan wat pittig om zo op te eten, maar in deze soep komen ze dus perfect tot hun recht. En zo gaat er niets verloren!

Deze romige slasoep is net dat tikkeltje anders doordat er niet alleen bouillon maar ook melk in zit. Je moet het echt eens proberen!

En je hebt de soep in nog geen halfuur op tafel getoverd. Lekker snel dus!

Wat heb je nodig om deze slasoep te maken?

  • 2 kroppen sla (ongeveer 400 g)
  • 3 uien
  • 2 aardappelen
  • 1 l groentebouillon
  • 0.5 l melk
  • 1 el olijfolie
  • peper en zout

Aan de slag

Schil de uien en aardappelen en snij ze in grove stukken. Stoof aan in een eetlepel olijfolie op een middelhoog vuur. Let wat op de aardappelen, die hebben de neiging om te blijven plakken aan de bodem.

Maak de kroppen sla schoon en haal het mes even door de grote bladeren (of scheur ze). Doe ze bij de ui en de aardappelen in de kookpot. Laat tien tot vijftien minuten stoven met het deksel erop, zo blijft de warmte beter in de pot. Zet het vuur indien nodig wat lager.

Voeg 1 l groentebouillon toe wanneer de groenten gaar zijn Prik vooral eens in de aardappelen, die hebben het langst nodig om te garen.

Mix de soep, en giet er daarna de melk bij. Laat de soep even terug opwarmen en kruid af met een snufje peper en een flinke snuif zout.

Eet smakelijk!

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar de pagina met recepten voor nog meer inspiratie!

Dit vind je misschien ook leuk:

Moestuinjaar 2024: Een late start

Moestuin

Het was een moeizame start in de moestuin dit jaar. Bijna heel februari, en enkele weken in maart, werd ik geplaagd door allerhande virussen. Sinusitis, bronchitis, het leek wel of elk virus dat bij de kinderen op school hing uiteindelijk bij mij terechtkwam. Ik had dus geen beste winter dit jaar. Laten we die dus maar snel vergeten! Het resultaat is helaas dat het in de moestuin allemaal wat trager op gang komt, en dat ik dus best wel wat achter loop.

Vol goede moed, er was immers nog geen kuchje of hoestje te bespeuren, begon ik in januari met het zaaien van de pepers, paprika’s en aubergines. Ik zaaide ze naar goede gewoonte in koffiefilters (deno-methode), maar verloor ze daarna helemaal uit het oog. Toen ik ze half maart weer tegenkwam, zag ik enkel wat bruine verschrompelde sprietjes, van wat ooit zaailingen geweest moeten zijn. Dit kwam natuurlijk niet als een verrassing na weken verwaarlozing, maar ik was toch ontgoocheld. Daar ging mijn kans op zelfgekweekte paprika- en aubergineplantjes in de moestuin. En ze kopen in een tuincenter is toch best prijzig, en dat zijn natuurlijk niet zo’n leuke soorten als de zaadjes die ik zorgvuldig had uitgekozen.

Maar het is niet allemaal kommer en kwel!

Natuurlijk zijn de tomatenplanten van mijn grootvader reuzen in vergelijking met mijn zaailingen, maar ik ben blij dat ik half maart alsnog ben beginnen zaaien.

Vandaag op deze heerlijke zonnige lentedag, heb ik ze verspeend en in de kas gezet. Hier krijgen ze meer licht dan binnen en worden het hopelijk snel sterke planten die ik over een maand kan uitplanten.

Om de zaailingen te beschermen tegen slakken te beschermen heb ik er wat wit zand over gestrooid. Het ziet er wat uit alsof het gesneeuwd heeft. Maar wit zand zou te scherp zijn voorslakken, waardoor ze er niet over willen kruipen. Hopelijk blijven ze hierdoor weg van mijn tomatenplantjes. Er valt elders in de tuin immers genoeg te eten!

Maar het is een probeersel, we zien wel of het lukt.

Het volgende op mijn to do lijst was het verspenen van de paprika’s. Want, ja hoor, ik heb er via een tuinvriendin nog enkele kunnen bemachtigen! En zo heb ik nu 24 paprikaplantjes. Deze hou ik nog een aantal weken binnen onder de lamp.

Ik zaaide ook de pompoenen, komkommers en courgettes. Wat later dan gepland, maar dit moestuinjaar wordt er één van durven loslaten. Mijn schema heb ik al lang overboord gegooid en ik omarm gewoon alles wat er nu nog lukt. Deze vruchtgewassen zijn snelle groeiers, dus ik eet gewoon de eerste courgette in juli in plaats van eind juni. Dat komt vast goed!

Gelukkig zijn er ook planten waar je helemaal geen werk aan hebt. En daar ben ik intussen een grote fan van geworden. Lui eten, hoe leuk is dat!

Eén van die planten is dit selderkruid. Een soort snijselder die zichzelf rijkelijk uitzaaid. Ik kon enkele plantjes bemachtigen via de deelmoestuin en plantte ze vorig jaar uit in mijn tuin. En op één jaar tijd werden 5 plantjes een vierkante meter.

Ik ga ze nog wat uitdunnen, maar weldra is er selder voor in de soep en stoofpotjes. En ik heb er haast niets voor moeten doen. Heerlijk!

Het beste voorbeeld van eten dat uit het niets komt, zijn fruitbomen. Tien jaar geleden plantte ik de eerste bomen, en intussen hebben we er meer dan 40. Enkele grote, vele kleintjes, maar vooral een leuke mengeling van allerhande rassen en soorten. Dit jaar kwam er nog een hazelaar bij.

Het eerste boompje dat ik hier plantte was deze vijgenboom. Het was toen een zielig stokje van zo’n 30 cm dat ik had meegenomen uit de supermarkt. Ik plantte het stokje veel te dicht tegen de muur van ons huis. En nu, tien jaar later, is het een flinke scheve boom van wel 5 meter hoog. Maar we zijn er echt op gesteld, hij is perfect zo!

Vorig jaar hadden we voor de eerste keer een echte overvloed aan vijgen, en zo te zien krijgen we ook dit jaar weer een mooie oogst. Want hoewel de bladeren nog maar sinds vorige week tevoorschijn beginnen te komen, zien we de kleine vijgjes al goed groeien. En het zijn er veel!

Het laatste taakje van de dag was het snoeien van de druiven. Wat laat op het jaar, maar broodnodig omdat ze het gemunt hebben op een nabijgelegen appelboom. Dus even de schaar erin, om de boom te bevrijden.

Daarna sloten we de dag af met een lekkere quiche met rucola, tomaten en brie.

Wat hou ik van die zonnige lentedagen!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Confituur van aalbessen en peren

Aalbessen – perenjam: De perfecte combinatie van zoet en zuur

Inmaakrecepten

Zoete peren en zure aalbessen laten zich heerlijk combineren in deze lekkere jam. De aalbessen zorgen voor het zuurtje en de stevigheid, terwijl de malse peren het geheel lekker smeuïg maken.

Deze jam is een ideale begeleider voor een kaasschotel, maar is uiteraard ook lekker op een toast of boterham.

Aalbessen en peren zijn vaak niet op hetzelfde moment beschikbaar. Bij ons rijpen de aalbessen in juni en juli, terwijl het nog tot september wachten is op de peren. Je kan dan de aalbessen in de vriezer bewaren tot aan de perenoogst.

Rits de bessen van de steeltjes, let er op dat er geen kleine groene steeltjes achterblijven. Steek ze in een bakje in de vriezer. Met deze methode kan het zijn, dat je één blok bessen hebt wanneer je ze wil gaan gebruiken. Stem dan je hoeveelheid peren af op het gewicht van de bessen.

Een andere manier van invriezen is dat je de bessen op een bakplaat legt en zo in de vriezer steek. Eenmaal de bessen bevroren zijn doe je ze in een bakje. De bessen plakken nu niet aan elkaar. Wanneer je ze wil gebruiken neem je gewoon de hoeveelheid die je nodig hebt.

Pectine

Aalbessen bevatten veel pectine, het stofje dat ervoor zorgt dat jam en gelei stevig worden. Je hebt dus geen geleisuiker nodig om een stevige structuur te krijgen.

Ingrediënten voor aalbessen – perenjam

  • 750 g peren, kies voor goed rijpe vruchten of boterperen
  • 250 g aalbessen
  • 600 g suiker
  • Een bordje voor de geleiproef
  • Gesteriliseerde bokalen – ongeveer 6 stuks van 250 ml

Aan de slag

Steek om te beginnen het bordje voor de geleiproef in de vriezer. Doordat het bord straks koud is, koelt de confituur makkelijker af en gaat de geleiproef sneller.

Schil de peren en verwijder de klokhuizen. Snij de peer in stukjes en doe ze in een kookpot. Rits de bessen van de stelen en verwijder alle kleine steeltjes. Doe de bessen bij de peren in de pot en zet op een zacht vuur.

Voeg dan de suiker toe en roer goed om. Laat 15 minuten zachtjes stoven tot het fruit gaar is.

De geleiproef

Haal het bordje uit de vriezer en laat er een paar druppels van de aalbessen-perenjam op vallen en wacht tot de confituur is afgekoeld, dit duurt ongeveer 1 minuut. Kijk of de confituur stevig genoeg is door het bordje schuin te houden, er wat mee te wiebelen, of gewoon eens te voelen met je vinger.

Is de jam lekker stevig, dan is hij klaar om in potten te doen. Is hij nog loperig, dan kan je hem nog even laten doorpruttelen tot hij voldoende is ingedikt. Dit is volledig zoals jezelf wenst. Of je confituur stevig is of niet voegt niets toe aan de houdbaarheid ervan

Aalbessen-perenjam bewaren

Je kan jam lang bewaren in gesteriliseerde bokalen (met schroefdeksel). Het kan handig zijn om voor het vullen een speciale trechter (link naar bol.com) te gebruiken zodat je niet op de randen gaat morsen. Hierdoor sluit namelijk het deksel minder goed af en kan je de confituur minder goed bewaren.

Vul de bokalen tot een centimeter onder de rand en sluit goed af met het schroefdeksel. Draai ze niet om! Het wordt vaak gezegd om het wel te doen, maar dat is nog een regeltje uit grootmoeders tijd. Intussen bevatten haast alle deksel een laagje kunststof dat aangetast zou kunnen worden door de van nature aanwezige zuren in je confituur. Niet omdraaien dus!

Laat de bokalen afkoelen totdat de deksels zijn ingedeukt, dan weet je zeker dat ze zijn vacuüm getrokken. Daarna kan je ze wegzetten in de voorraadkast. Confituur is zeker enkele maanden houdbaar op een donkere plaats. Is er een deksel niet ingedeukt? Je kan de pot even wecken of zet hem in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Wecken?

Zelf kies ik er altijd voor om confituur even te wecken, dit doe ik als de potten nog warm zijn. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde. Wecken zorgt voor een beter vacuüm, en dat alles nog eens goed verhit wordt.

Een andere reden is dat als je je confituur nog even weckt, het dan voldoende is als je de bokalen even het (niet eco) programma van je vaatwasser hebben laten doorlopen. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Wat heb je nodig om confituur te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Om confituur te wecken, weck je ze 15 minuten op 90°C. Dit kan in een weckketel, maar voor slechts enkele potten zet ik meestal gewoon een kookpot op het vuur.

Doe water in de kookpot, zet de bokalen erin. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhandoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je potten minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur gedurende 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!)

Na 15 minuten wecken haal je de bokalen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhandoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de deksels indeuken. Daarna kan je de potten wegzetten op een donkere plaats. Je pruimenconfituur blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de pot dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Druivensap

Druivensap

Inmaakrecepten

Wanneer je een overvloed aan druiven hebt, is druivensap een leuke manier om deze te verwerken. Je kan het drinken met een ijsblokje, lekker verfrissend op een warme (na)zomerdag, maar je kan het ook warm drinken. Heerlijk voor in de winter!

Alle druiven zijn geschikt om sap mee te maken. Wij gebruiken de druiven waarvan we vinden dat er te veel pitten inzitten. Daar zijn de kinderen (en eerlijk, ikzelf ook) niet zo’n fan van. En bij het druivensap worden deze er toch uit gezeefd.

Ook zuurdere of minder smaakvolle druiven kan je perfect gebruiken. Je kan indien nodig wat extra suiker toevoegen.

Wat heb je nodig om druivensap te maken?

  • Druiven. Alle soorten zijn goed. De kleur en smaak van het druivensap hangt natuurlijk wel af van de druiven die je gebruikt
  • Suiker naar smaak. Ongeveer 50 gram per liter, maar dat is afhankelijk van de smaak van je druiven en van je persoonlijke voorkeur.
  • Water
  • Een grote kookpot
  • Een vergiet en zeefdoek (kaasdoek)
  • Een extra kom om het sap op te vangen
  • Flessen om het sap te bottelen

Hoe maak je druivensap?

Was de druiven en verwijder de steeltjes. Dit hoeft niet super nauwkeurig, je kan ze er gewoon afritsen. Als er een klein steeltje achterblijft, merk je dit heus niet.

Doe de druiven in een grote pot en giet er een glaasje water bij, zodat er wat vocht op de bodem is en het niet kan aanbranden. Zet een deksel op de pot en laat een kwartiertje pruttelen. Al snel zal je zien dat de druiven gaan barsten en hun sap loslaten.

Wanneer alle druiven gebarsten zijn en ze even hebben kunnen koken is het tijd om het sap af te gieten. Leg hiervoor een kaasdoek in een vergiet. Zo komen er zeker geen pitjes of kleine velletjes mee.

Laat de druiven enkele uren of een nacht uitlekken. Zo heb je zeker al het sap mee. Weeg het opgevangen sap op en weeg het. Giet het dan in een kookpot en breng aan de kook. Voeg suiker toe, dit is 5% van het gewicht van het sap. Oftewel 50 gram per liter. Zoals altijd proef je en voeg je toe naar smaak.

Doe het sap in schone (gesteriliseerde) flessen en sluit ze goed af.

Het druivensap serveren

Je kan dit sap zowel koud als warm drinken. Wanneer je het koud serveert, leng het dan aan met water. Vul je glas voor éénderde met sap en vul verder aan met sap. Heb je het liever wat geconcentreerder, doe dan half sap, half water.

Wanneer je het sap warm drink dan voeg je minder of geen water toe. Proef en kijk wat je zelf lekker vind.

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde.

Door het (korte) weckproces trekken flessen en potten beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, zet de flessen met druivensap erin. Ze moeten voor drievierde onder water staan en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk: