marmercake wecken

Cake wecken: De ideale manier om cake te bewaren!

Inmaakrecepten

Ik bladerde een tijdje geleden door mijn weck-inmaakboek en las het hoofdstuk ‘Cake wecken’.

Ik was nog al door dat hoofdstuk heen gebladerd, maar toen had ik het niet zoveel aandacht gegeven. Ik zag er het nut niet zo van in. In tegenstelling tot het inmaken van groenten en fruit die zich niet goed laten bewaren, leek cake wecken me weinig nuttig.

Weck inmaakboek

Cake maken is namelijk niet seizoengevoelig. De ingrediënten zijn quasi altijd beschikbaar. En waarom zou je cake willen bewaren? Maar nu, met een gezin van vijf, en een agenda die soms helemaal volgepland is, zie ik er het gemak wel van in.

Waarom cake wecken?

Het grote voordeel van geweckte cake is dat het altijd voor handen is. Je maakt in één keer een grote portie beslag, en maakt verschillende ‘weckpotcakejes’.

Ik hou graag vast aan zelfgemaakte vieruurtjes. Niet dat ze per se gezond zijn, maar de onnodige toevoegingen laten we wel achterwege. Maar soms kom je er gewoon niet toe om elke week een nieuwe lading koekjes, cake of wafels te bakken, en dan is het leuk om wat achter de hand te hebben.

Op deze manier kan je een voorraad cake aanleggen wanneer je daar wel de tijd voor hebt. Om dan enkele weken of maanden later een pot open te trekken met een lekkere cake. Want geloof me, je proeft het echt niet dat die cake al meer dan een maand geleden gebakken is.

Ook als je onverwacht bezoek hebt, is het look dat je zelfgebakken cake in huis hebt voor bij de koffie of thee.

Cake wecken geeft je ook de mogelijkheid om kleinere porties te maken. Voor ons gezin wecken we cake in 0.75 l glazen, maar voor een klein gezin is een 0.5 l glas al voldoende. Door kleinere cakes te maken hoef je nooit nog oude uitgedroogde cake te eten, of nog erger, cake slecht laten worden. Geweckte cake blijft namelijk maanden goed!

Hoe lang blijft geweckte cake goed?

Volgens het weck-inmaakboek blijft ingemaakte cake voor minstens 6 maanden goed, maar dat heb ik zelf nog niet kunnen uittesten. Ik at gisteren nog een stukje cake van 5 weken oud en dat smaakte alsof ik hem die ochtend gebakken had. Niet droog, en ook niet vochtig (als je daar schrik voor zou hebben). Ik zou het verschil niet kunnen proeven. Alleen aan de vorm kan je het afleiden, want die is rond!

marmercake wecken

Hoe weck je cake?

Verwarm de oven voor op 180°C en maak het cakebeslag. Ik weckte al appelcake en marmercake.

Voor het wecken van cake is het belangrijk dat je de juiste weckglazen gebruikt. De stortglazen hebben rechte wanden en zijn dus ideaal. Gebruik je andere potten of glazen, dan komt je cake er mogelijk niet mooi uit. De weckpotten worden eveneens als bakvorm gebruikt.

Vet en bloem de weckpotten. Ik gebruik melkerijboter, maar een plantaardig alternatief is prima. Het is exact dezelfde methode die je zou toepassen als je een ovenschaal zou gebruiken als cakevorm. Eerst de randen en de bodem insmeren met boter, dit kan met een kwastje, of een stukje keukenpapier. Vervolgens doe je een eetlepel bloem in de potten en draai je de potten zodanig rond dat er een dun laagje bloem is op de met boter ingesmeerde randen.

Marmercake klaar om te wecken

Daarna vul je de weckpotten voor de helft met cakebeslag. En bak je ze in de oven gedurende 45 minuten. Controleer met een prikker of de cake goed gebakken is. (Er mag geen beslag blijven plakken). Voor het geval dat de cake boven de rand van de pot is uitgerezen dan snij je er een stuk af.

Plaats de rubbers, deksel en klemmen op de nog warme potten wanneer je de cake uit de oven hebt gehaald. Het is belangrijk dat je de cake niet laat afkoelen. Anders moet je langere wecktijden hanteren.

Wanneer de cake bijna gebakken is kan je het weckproces al voorbereiden. De cake wordt geweckt wanneer die net uit de oven komt. Om de potten met cake niet te laten afkoelen is het handig als het water van de weckketel (of kookpot, dat gaat ook!) al goed is opgewarmd.

Plaats dan de weckpotten in de weckketel of kookpot en weck gedurende 20 minuten op 100 graden. De tijd gaat pas in wanneer het water een temperatuur van 100°C heeft bereikt.

Haal de potten na 20 minuten uit de ketel en laat ze afkoelen op een keukenhanddoek. Wanneer de potten volledig zijn kan je de klemmen verwijderen, de potten labelen en wegzetten.

Geweckte cake gebruiken

Het is heel eenvoudig om geweckte cake te gebruiken. Daar doen we het namelijk voor, om snel een vieruurtje of dessertje op tafel te zetten.

Open simpelweg de pot en haal de cake er uit. Dit doe je door hem ondersteboven op een plank, of het aanrecht, te zetten en er even mee te tikken. De cake valt er dan makkelijk uit.

Snij de cake in plakken en dien op!

Geweckte marmercake

Appelcakebeslag om te wecken

Geweckte appelcake blijft heerlijk smeuïg en behoudt zijn smaak goed. Het enige wat ik kan aanmerken is dat de appeltjes zich niet gelijk verdelen over de cake. Zo zitten er bovenaan wat meer en onderaan minder.

Maar in ons gezin is dat geen probleem. Iedereen heeft wel zijn favoriete plakje. Zo kiest mijn jongste zoon een plakje van bovenaan de cake, met lekker veel appelstukje, en de oudste, die doorgaans niet graag appelcake eet, heeft liever een plakje onderaan. Daar zit meer cake en wat minder appel, en die verhouding vindt hij perfect. En zo is ook hij fan van geweckte appelcake.

Ingrediënten voor 6 geweckte appelcakes van 0.75 l:

  • 500 g zelfrijzend bakmeel
  • 500 g kristalsuiker
  • 500 g boter
  • 6 eieren
  • 4 appels
  • 6 stortglazen van 0.75l (die kan je hier kopen)

Aan de slag

Laat 500 g boter smelten op een zacht vuur. Meng intussen droge ingrediënten, 500 g suiker en 500 g zelfrijzend bakmeel.

Voeg de gesmolten boter toe aan de droge ingrediënten en meng met een klopper of keukenrobot, en roer de eieren erdoor tot je een romige massa hebt.

Schil de appels en snij ze in blokjes van ongeveer 1 op 1 cm. Voeg ze toe aan het cakebeslag en meng even met een lepel.

Verdeel het beslag over de weckpotten. Vul hierbij elk glas tot de helft.

Laat 45 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 180°C. Controleer de gaarheid met een prikker.

Weck vervolgens gedurende 20 minuten op 100°C. Volg hiervoor de instructie van hierboven, bij ‘Hoe weck je cake?’

Marmercakebeslag om te wecken

Ook marmercake laat zich goed wecken. De tekening is wel wat anders door dat je de cake in een meer verticale vorm bakt, maar misschien heb ik gewoon nog niet de juiste methode gevonden. Nu heb je een cake met een kern van chocoladecake en gewone cake errond. Maar lekker is het zeker!

Ik maak hem in grote hoeveelheden, want dit is onze gezinsfavoriet.

marmercake wecken

Ingrediënten voor 6 geweckte marmercakes van 0.75 l

  • 500 g zelfrijzend bakmeel
  • 500 g kristalsuiker
  • 500 g boter
  • 6 eieren
  • 2 eetlepels cacaopoeder (100 % cacao) en 2 extra eetlepels kristalsuiker
    Je kan dit eventueel ook vervangen door cacaopoeder waaraan al suiker is toegevoegd
  • 100 ml halfvolle melk
  • 6 stortglazen van 0.75l (die kan je hier kopen)

Aan de slag

Laat 500 g boter smelten op een zacht vuur. Meng intussen droge ingrediënten, 500 g suiker en 500 g zelfrijzend bakmeel.

Voeg de gesmolten boter toe aan de droge ingrediënten en meng met een klopper of keukenrobot, en roer de eieren erdoor tot je een romige massa hebt.

Verdeel tweederde van het beslag over de weckpotten. Van het andere derde gaan we een chocoladebeslag maken.

Voeg bij de rest van het beslag het cacaopoeder, de extra lepels suiker en de melk. Roer even goed door en verdeel over de weckglazen.

Maak met een vork een paar swirls of kronkels zodat het deeg een beetje mengt. Door het bakken zal het deeg zich verder mengen. Zo zal het chocoladebeslag een beetje meer naar onder zakken en in het midden blijven, terwijl het gewone beslag langs de buitenkant naar boven komt.

Laat 45 minuten bakken in een voorverwarmde oven van 180°C. Controleer de gaarheid met een prikker.

Weck vervolgens gedurende 20 minuten op 100°C. Volg hiervoor de instructie van hierboven, bij ‘Hoe weck je cake?

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Confituur van aalbessen en peren

Aalbessen – perenjam: De perfecte combinatie van zoet en zuur

Inmaakrecepten

Zoete peren en zure aalbessen laten zich heerlijk combineren in deze lekkere jam. De aalbessen zorgen voor het zuurtje en de stevigheid, terwijl de malse peren het geheel lekker smeuïg maken.

Deze jam is een ideale begeleider voor een kaasschotel, maar is uiteraard ook lekker op een toast of boterham.

Aalbessen en peren zijn vaak niet op hetzelfde moment beschikbaar. Bij ons rijpen de aalbessen in juni en juli, terwijl het nog tot september wachten is op de peren. Je kan dan de aalbessen in de vriezer bewaren tot aan de perenoogst.

Rits de bessen van de steeltjes, let er op dat er geen kleine groene steeltjes achterblijven. Steek ze in een bakje in de vriezer. Met deze methode kan het zijn, dat je één blok bessen hebt wanneer je ze wil gaan gebruiken. Stem dan je hoeveelheid peren af op het gewicht van de bessen.

Een andere manier van invriezen is dat je de bessen op een bakplaat legt en zo in de vriezer steek. Eenmaal de bessen bevroren zijn doe je ze in een bakje. De bessen plakken nu niet aan elkaar. Wanneer je ze wil gebruiken neem je gewoon de hoeveelheid die je nodig hebt.

Pectine

Aalbessen bevatten veel pectine, het stofje dat ervoor zorgt dat jam en gelei stevig worden. Je hebt dus geen geleisuiker nodig om een stevige structuur te krijgen.

Ingrediënten voor aalbessen – perenjam

  • 750 g peren, kies voor goed rijpe vruchten of boterperen
  • 250 g aalbessen
  • 600 g suiker
  • Een bordje voor de geleiproef
  • Gesteriliseerde bokalen – ongeveer 6 stuks van 250 ml

Aan de slag

Steek om te beginnen het bordje voor de geleiproef in de vriezer. Doordat het bord straks koud is, koelt de confituur makkelijker af en gaat de geleiproef sneller.

Schil de peren en verwijder de klokhuizen. Snij de peer in stukjes en doe ze in een kookpot. Rits de bessen van de stelen en verwijder alle kleine steeltjes. Doe de bessen bij de peren in de pot en zet op een zacht vuur.

Voeg dan de suiker toe en roer goed om. Laat 15 minuten zachtjes stoven tot het fruit gaar is.

De geleiproef

Haal het bordje uit de vriezer en laat er een paar druppels van de aalbessen-perenjam op vallen en wacht tot de confituur is afgekoeld, dit duurt ongeveer 1 minuut. Kijk of de confituur stevig genoeg is door het bordje schuin te houden, er wat mee te wiebelen, of gewoon eens te voelen met je vinger.

Is de jam lekker stevig, dan is hij klaar om in potten te doen. Is hij nog loperig, dan kan je hem nog even laten doorpruttelen tot hij voldoende is ingedikt. Dit is volledig zoals jezelf wenst. Of je confituur stevig is of niet voegt niets toe aan de houdbaarheid ervan

Aalbessen-perenjam bewaren

Je kan jam lang bewaren in gesteriliseerde bokalen (met schroefdeksel). Het kan handig zijn om voor het vullen een speciale trechter (link naar bol.com) te gebruiken zodat je niet op de randen gaat morsen. Hierdoor sluit namelijk het deksel minder goed af en kan je de confituur minder goed bewaren.

Vul de bokalen tot een centimeter onder de rand en sluit goed af met het schroefdeksel. Draai ze niet om! Het wordt vaak gezegd om het wel te doen, maar dat is nog een regeltje uit grootmoeders tijd. Intussen bevatten haast alle deksel een laagje kunststof dat aangetast zou kunnen worden door de van nature aanwezige zuren in je confituur. Niet omdraaien dus!

Laat de bokalen afkoelen totdat de deksels zijn ingedeukt, dan weet je zeker dat ze zijn vacuüm getrokken. Daarna kan je ze wegzetten in de voorraadkast. Confituur is zeker enkele maanden houdbaar op een donkere plaats. Is er een deksel niet ingedeukt? Je kan de pot even wecken of zet hem in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Wecken?

Zelf kies ik er altijd voor om confituur even te wecken, dit doe ik als de potten nog warm zijn. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde. Wecken zorgt voor een beter vacuüm, en dat alles nog eens goed verhit wordt.

Een andere reden is dat als je je confituur nog even weckt, het dan voldoende is als je de bokalen even het (niet eco) programma van je vaatwasser hebben laten doorlopen. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Wat heb je nodig om confituur te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Om confituur te wecken, weck je ze 15 minuten op 90°C. Dit kan in een weckketel, maar voor slechts enkele potten zet ik meestal gewoon een kookpot op het vuur.

Doe water in de kookpot, zet de bokalen erin. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhandoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je potten minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur gedurende 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!)

Na 15 minuten wecken haal je de bokalen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhandoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de deksels indeuken. Daarna kan je de potten wegzetten op een donkere plaats. Je pruimenconfituur blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de pot dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Druivensap

Druivensap

Inmaakrecepten

Wanneer je een overvloed aan druiven hebt, is druivensap een leuke manier om deze te verwerken. Je kan het drinken met een ijsblokje, lekker verfrissend op een warme (na)zomerdag, maar je kan het ook warm drinken. Heerlijk voor in de winter!

Alle druiven zijn geschikt om sap mee te maken. Wij gebruiken de druiven waarvan we vinden dat er te veel pitten inzitten. Daar zijn de kinderen (en eerlijk, ikzelf ook) niet zo’n fan van. En bij het druivensap worden deze er toch uit gezeefd.

Ook zuurdere of minder smaakvolle druiven kan je perfect gebruiken. Je kan indien nodig wat extra suiker toevoegen.

Wat heb je nodig om druivensap te maken?

  • Druiven. Alle soorten zijn goed. De kleur en smaak van het druivensap hangt natuurlijk wel af van de druiven die je gebruikt
  • Suiker naar smaak. Ongeveer 50 gram per liter, maar dat is afhankelijk van de smaak van je druiven en van je persoonlijke voorkeur.
  • Water
  • Een grote kookpot
  • Een vergiet en zeefdoek (kaasdoek)
  • Een extra kom om het sap op te vangen
  • Flessen om het sap te bottelen

Hoe maak je druivensap?

Was de druiven en verwijder de steeltjes. Dit hoeft niet super nauwkeurig, je kan ze er gewoon afritsen. Als er een klein steeltje achterblijft, merk je dit heus niet.

Doe de druiven in een grote pot en giet er een glaasje water bij, zodat er wat vocht op de bodem is en het niet kan aanbranden. Zet een deksel op de pot en laat een kwartiertje pruttelen. Al snel zal je zien dat de druiven gaan barsten en hun sap loslaten.

Wanneer alle druiven gebarsten zijn en ze even hebben kunnen koken is het tijd om het sap af te gieten. Leg hiervoor een kaasdoek in een vergiet. Zo komen er zeker geen pitjes of kleine velletjes mee.

Laat de druiven enkele uren of een nacht uitlekken. Zo heb je zeker al het sap mee. Weeg het opgevangen sap op en weeg het. Giet het dan in een kookpot en breng aan de kook. Voeg suiker toe, dit is 5% van het gewicht van het sap. Oftewel 50 gram per liter. Zoals altijd proef je en voeg je toe naar smaak.

Doe het sap in schone (gesteriliseerde) flessen en sluit ze goed af.

Het druivensap serveren

Je kan dit sap zowel koud als warm drinken. Wanneer je het koud serveert, leng het dan aan met water. Vul je glas voor éénderde met sap en vul verder aan met sap. Heb je het liever wat geconcentreerder, doe dan half sap, half water.

Wanneer je het sap warm drink dan voeg je minder of geen water toe. Proef en kijk wat je zelf lekker vind.

Sap of siroop wecken

Het is niet nodig om sap of siroop te wecken. Indien je gesteriliseerde flessen gebruikt en je giet het sap of de siroop er heet in dan is dit in principe voldoende. Zelf kies ik er altijd voor om sap of siroop wel even te wecken. Als ik niet weck heb ik altijd wel ergens een pot die een schimmel te pakken krijgt, en dat vind ik zo zonde.

Door het (korte) weckproces trekken flessen en potten beter vacuüm, wat de houdbaarheid ten goed komt.

Een andere reden is dat als je sap of siroop nog even weckt, dan is het voldoende om de flessen even uit te spoelen met heet water. Je hoeft ze dus niet op voorhand te steriliseren. De sterilisatie gebeurd namelijk tijdens het wecken.

Bij vuile flessen volstaat even uitspoelen uiteraard niet. Gebruik dan oxipoeder (arsegan puro oxi), dan komt het vuil makkelijk los, en in veel gevallen het etiket ook.

Wat heb je nodig om te wecken?

  • Een weckpot
  • Of een kookpot en een thermometer
  • Een keukenhanddoek

Sap of siroop weck je 15 minuten op 90°C. Dit doe je in een weckketel, maar een grote kookpot is ook goed, als is dat bij grote flessen niet zo handig.

Vul de weckketel met water en plaats de flessen op het rooster, de flessen moeten voor drievierde onder water staan. Stel de weckketel in en haal de flessen er na het wecken snel weer uit. Heb je geen volautomatische weckketel? Dan gaat de wecktijd pas in nadat het water 90°C is.

Wecken in een kookpot

Doe water in de kookpot, zet de flessen met druivensap erin. Ze moeten voor drievierde onder water staan en sluit de pot met een deksel. Je kan ze eventueel op een weckrooster plaatsen of op een keukenhanddoek, maar omdat je het water niet kookt, is de kans op schade aan je flessen minimaal. Ik heb het alleszins nog nooit voorgehad.

Meet de temperatuur, de wecktijd gaat in wanneer het water 90°C is. Vanaf dan probeer je de temperatuur voor 15 minuten op 90° te houden. (92 of 93 is ook goed hoor!) Zoek dus de juiste stand van je fornuis en zet een deksel op de pot. Je kan een kiertje laten zodat de thermometer er langs kan.

Na het wecken

Na 15 minuten wecken haal je de flessen uit de kookpot, dit gaat het makkelijkst met een glastang (link naar bol.com). Plaats ze op een keukenhanddoek en laat afkoelen. Na een tijdje zullen de schroefdoppen indeuken. Daarna kan je de flessen labelen wegzetten op een donkere plaats. Je druivensap blijft nu zeker jaren goed. Is er een deksel niet ingedeukt? Zet de fles dan in de koelkast en gebruik deze als eerst.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Peren inmaken op siroop

Peren op siroop met kaneel: Heerlijk zoet en kruidig!

Inmaakrecepten, Uncategorized

Kaneel en peren, een verrukkelijke combinatie om je in de herfst en winter te verwarmen! De zoete, sappige peren wordt prachtig aangevuld door de verwarmende, kruidige toets van kaneel.

Deze combinatie is zo lekker dat ik, wanneer de perenoogst tegenvalt, peren in de supermarkt ga halen om ze op deze manier in te maken. Ik kan echt geen winter zonder deze heerlijke lekkernij!

Je kan deze peren verwerken in heel wat lekkere gerechten. Of je nu kiest voor een warme perentaart, een stoofpotje van peren, of een eenvoudige, maar hartverwarmende perencrumble. De kruidige toets van kaneel komt gegarandeerd tot zijn recht.

Ons favoriete recept is om ze te vullen met veenbessenconfituur en op te dienen met ragout en een witloofslaatje. Gewoonweg heerlijk!

Peren inmaken op siroop

Het kan interessant zijn om op voorhand een idee te hebben van wat je met de ingemaakte peren wil gaan doen. Heb je kleine peren dan is het makkelijker om ze in hun geheel in te maken, maar het is niet zo handig als je ze achteraf wil gaan vullen. Maar zo’n heel peertje is wel gewoon een leuk garnituur bij een feestmaaltijd, of bij een dessert.

Wil je de peren gaan opvullen, dan halveer je ze en haal je het klokhuis er uit. Je moet ze dan bij de maaltijd enkel nog afwerken met de vulling, dat scheelt weer wat tijd!

Voor taarten, crumble, of stoofpotjes, kan je de peren in schijfjes of blokjes inmaken. Zo heb je er de dag zelf niet veel werk meer aan. Zo’n ingemaakte peer is ook best wat glibberig door de siroop en dat snijdt niet meer zo makkelijk. Ik doe dat werk dus graag op voorhand.

Wat heb je nodig om peren met kaneel in te maken?

  • 1 kg peren
  • Kaneelstokjes (een half stokje per pot)
  • 500 ml water
  • 500 g suiker

Met de suiker en het water maken we de suikersiroop. Hoeveel je daarvan nodig hebt hangt er van de grootte en de manier waarop je de peren inmaakt. Laat je de peren heel, dan is er meer ruimte tussen de peren en heb je dus meer siroop nodig. Snij je ze in blokjes, dan geraakt er meer in één bokaal en heb je minder siroop nodig om de potten te vullen.

Werkwijze

Maak de siroop. Dit doe je door 500 g suiker te laten smelten in 500 ml water. Heb je een grotere hoeveelheid nodig, neem hier dan een veelvoud van. Het is vooral belangrijk dat je eenzelfde gewicht aan suiker en aan water hebt.

We maken de suikersiroop al klaar, zodat we de peren hier snel mee kunnen overgieten. Peren kunnen namelijk, net zoals appels, een bruine kleur krijgen als je ze te lang ongeschild aan de lucht blootstelt. Door er zo snel mogelijk te overgieten met de siroop, voorkom je dat ze bruin zullen worden.

De volgende stap is dus het schillen van de peren en ze eventueel te halveren of in blokjes te snijden.

Doe ze vervolgens in de potten en doe in elke pot een half kaneelstokje. Hoe je niet van kaneel, dan kan het natuurlijk ook zonder, maar de kaneel geeft deze ingemaakte peertjes net dat tikkeltje extra.

Overgiet de peren met de siroop, en sluit de potten.

Weck gedurende 30 minuten op 90°C. Dit kan ook in een grote kookpot. De wecktijd begint te tellen vanaf dat het water in de pot 90°C heeft.

Bewaar de peren in de voorraadkast. Ze blijven gerust twee jaar goed, wellicht zelfs langer. Laat ze ook zeker een week of drie staan voor je ervan gaat proeven. Dan is de smaak van de kaneel goed geïnfuseerd in de peren.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Pompen wecken

Pompoen wecken: Eenvoudig en snel recept zonder voorkoken!

Inmaakrecepten

Pompoen is een goede bewaargroente, maar eenmaal je hem hebt aangesneden, verwerk je de vrucht best helemaal. Eén van de manieren om dat te doen is pompoenblokjes wecken. Op deze manier kan je je pompoenen ook veel langer bewaren!

Geweckte pompoen in de voorraadkast is ook nog eens superhandig om tijd te winnen bij het koken. Het zware werk, de pompoen schillen en snijden, is namelijk al gebeurd. Tover in een wip deze lekkere pompoenrisotto op tafel, of maak een snelle pompoensoep. Je kan deze pompoenblokjes ook gebruiken om een tajine mee te maken. Deze tajine met wittekool en kip is thuis ook altijd een succes.

In een bokaal van 1 liter past ongeveer 500 g pompoen.

Geweckte pompoenblokjes

Voor pompoenpuree of risotto gebruik ik bouillon als vloeistof om de potten aan te vullen. Ik kook dan bij het openen van de pot de pompoenstukjes in de bouillon nog 10 minuten op. Afgieten, en dan met de aardappelen pletten.

Wat heb je nodig om pompoen te wecken?

Voor een weckpot van 1 liter heb je 500 g pompoen nodig en een halve liter vloeistof om aan te vullen. Dit kan bouillon zijn of gewoon water.

Ik maak jaarlijks enkele potten van beiden versies. Dan heb ik later nog de vrijheid om te beslissen wat ik juist ga klaarmaken.

Je hebt ook een grote pot of weckketel nodig en inmaakpotten.

Werkwijze

Snij de pompoen in blokjes van ongeveer 2 cm.

Doe ze in de weckpot en vul aan met water of bouillon. Zorg ervoor dat je zo’n anderhalve cm onder de rand van de pot blijft. Dit zorgt ervoor dat er niets over de rand komt tijdens het wecken.

Weck gedurende 2 uur op 100°C.

Bottulisme

Wanneer je pompoen inmaakt volgens deze methode is er een heel kleine kans dat er bottuline (toxisch!) ontstaat. Je weckpot is namelijk een zuurstofarme omgeving die je niet in de koelkast bewaard. Doordat je met een gewone weckketel inmaakt op een maximale temperatuur van 100°C zullen de eventuele sporen van de bottuline-bacterie kunnen overleven en dit toxische goedje produceren wanneer je potten in je voorraadrek staan.

Voor alle duidelijkheid, de kans dat dit gebeurt is klein!! Maar, de gevolgen zijn groot en dus is het belangrijk om toch met deze mogelijkheid rekening te houden. Door de inhoud van de pot 10 minuten te laten doorkoken wordt de eventueel gevormde bottuline afgebroken en kan je je ingemaakte voedsel veilig consumeren.

Je kan deze pompoenblokjes dus perfect veilig gebruiken in soep, stoofpotjes en andere gerechten die lang genoeg verhit worden. Of je kookt de inhoud van de pot eerst 10 minuten alvorens ze te gebruiken voor bijvoorbeeld pompoenpuree.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Snijbonen wecken: Voor lekkere boontjes in de winter

Inmaakrecepten

Ook al oogst je boontjes in de zomer en het begin van de herfst, mij doen ze denken aan de winter. Gestoofde boontjes met puree is voor mij heerlijke comfortfood op een druilerige dag. Maar hoe bewaar je die boontjes tot de winter?

Wel dat is niet altijd een evidentie. In theorie kan je bonen invriezen of wecken, maar wat is de invloed op de smaak? En vooral op de textuur? Invriezen is, denk ik, de meest gebruikte methode, maar mij krijg je er niet echt warm voor. Het doet de textuur van de boontjes echt geen eer aan. Geweckte boontjes vind ik al wat beter en was voor ons, tot vorig jaar, de manier om eigen geteelde boontjes in de winter te eten. Maar dus tot vorig jaar, want toen weckte ik voor de eerste keer snijbonen.

Het was het eerste jaar dat ik snijbonen in de tuin had en de opbrengst was een stuk groter dan we hadden verwacht. De vriezer zat al vol, dus het was wecken of weggooien. Wecken dus! Normaal snij je snijbonen in flinterdunne stukjes, maar omdat boontjes twee uur in de weckketel moeten besloot ik om dat niet te doen. Grote hapklare stukken dan maar. En zo kwam een nieuwe favoriet tot stand. Ondanks het lange wecken en het ‘verplichte’ 10 minuten stoven voor het eten, zijn de boontjes niet plat. En de smaak? Het proeft gewoon naar boontjes!

Dit jaar zette ik dus een stuk minder boontjes in de tuin en des te meer snijbonen, want enkel snijbonen maak ik nog in.

In onderstaand recept voeg ik zout toe aan het water dat ik gebruik om de potten aan te vullen. Dit is enkel voor de smaak en is niet voor bewaarredenen. Je mag het dus gerust weglaten.

Ingrediënten

Voor vier weckbokalen van 1 liter heb je zo’n

  • 1600 g snijbonen nodig.
  • 2 liter water
  • 2 tl zout

Snijbonen wecken is verrassend eenvoudig!

Snij de snijbonen in stukjes van 1 cm en doe ze in de weckpotten. Heb je bonen met een sterke draad dan verwijder je die ook best. Maar je kan dus ook selecties kopen waar deze minder aanwezig is, of je snijbonen jonger plukken.

Maak het mengsel om de potten mee aan te vullen. Per liter water voeg je 1 kl zout toe. Even goed mengen.

Vul de potten tot 2 cm onder de rand en sluit ze.

Weck de snijbonen gedurende 120 minuten op 100 graden.

Hoe gebruik je geweckte snijbonen?

Giet de boontjes af in een vergiet en verwarm ze gedurende 10 minuten op 100°C om botulisme te voorkomen. Dit kan je doen door ze te stoven. Dat mag gerust met een uitje. Je kan geweckte snijbonen ook gebruiken in soepen en stoofschotels.

Meer over bottulisme

Wanneer je groenten inmaakt volgens deze methode is er een heel kleine kans dat er bottuline (toxisch!) ontstaat. Je weckpot is namelijk een zuurstofarme omgeving die je niet in de koelkast bewaard. Doordat je met een gewone weckketel inmaakt op een maximale temperatuur van 100°C zullen de eventuele sporen van de bottuline-bacterie kunnen overleven en dit toxische goedje produceren wanneer je potten in je voorraadrek staan.

Voor alle duidelijkheid, de kans dat dit gebeurt is klein!! Maar, de gevolgen zijn groot en dus is het belangrijk om toch met deze mogelijkheid rekening te houden. Door de inhoud van de pot 10 minuten te laten doorkoken wordt de eventueel gevormde bottuline afgebroken en kan je je ingemaakte voedsel veilig consumeren.

Je kan deze snijbonen dus perfect veilig gebruiken in soepen, stoofpotjes en andere gerechten die lang genoeg verhit worden. Of je kookt/stooft de inhoud van de pot eerst 10 minuten alvorens ze te gebruiken.

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Appelmoes inmaken: Heel eenvoudig en altijd lekker!

Inmaakrecepten

September en oktober zijn de maanden van de appel en als je zelf één of twee appelbomen hebt, dan krijg je alles niet meer zelf opgegeten. Wel, dan maak je toch gewoon appelmoes of appelsap! Zo kan je nog lang nagenieten van je appeloogst!

Je hebt oneindig veel soorten. Zoete appels, zure appels, eetappels, moesappels, sapappels, bewaarappels en appels die je binnen 2 à 3 weken moet verwerken. Wanneer je je eigen bomen hebt staan weet je gewoonlijk wel waar je mee te maken hebt, maar soms weet je het niet en dan begin je gewoon aan een bereiding en zie je wel hoe het uitkomt.

Zo kreeg ik van de buren een shoppingtas vol met appels. Ze waren wat klein of veel te groot, en hadden vlekjes, of er had al een vogeltje aan gegeten, kortom ze konden er niet veel meer mee doen. En ik die het zonde vind om eten te verspillen bood meteen aan om ze te gaan plukken en ze te verwerken.

Wat heb je nodig om appelmoes te maken?

Voor 3 potten van 1 liter:

  • 2750 g blokjes van moesappels (geschild en klokhuis verwijderd)
  • 500 ml water
  • Suiker naar smaak, ik gebruikte 250 g
  • weckpotten, deksels en inmaakringen 5 minuten ondergedompeld in kokend water

Suiker toevoegen aan je appelmoes of niet?

Dat hangt volledig van jou af. Om appelmoes te conserveren is de toevoeging van suiker niet nodig. De zuurtegraad van het fruit, het verhitten en de luchtdichte omgeving door het weckproces zorgen ervoor dat je appelmoes geen plaats is waar bacteriën willen vertoeven.

Ik voeg zeker niet altijd suiker toe. Ik laat het afhangen van de smaak van de appelen die ik inmaak. Jonagold appelen zijn zoet genoeg en hebben geen extra suiker nodig. De appelen die ik van de buren kreeg waren dan weer net te zuur en dus deed ik er wat suiker bij

Werkwijze

Doe de appelblokjes met het water in een voldoende grote kookpot op een middelhoog vuur. Het water zorgt ervoor dat de stukjes op de bodem niet snel aanbranden.

Roer het geheel regelmatig om en laat het sudderen tot de appels tot moes gekookt zijn. Je kan zelf kiezen of je nog wat stukjes in je moes wil of niet.

Proef van de appelmoes en voeg indien nodig wat suiker toe. Voor mijn mix van zure appelen voegde ik 250 g toe.

Verdeel de appelmoes over de potten. Zorg dat de rand goed proper blijft! Sluit de potten en weck ze 30 minuten op 90°C.

Lekker bij kip, pens of als vulling voor taart of appelflappen

Moes EN sap?

Sommige appels bevatten best veel sap. Wanneer ze tot moes gekookt zijn, kan je de moes even laten uitlekken in een zeefdoek/kaasdoek. Het opgevangen sap kan je dan bottelen.

Omdat de temperatuur van het opgevangen sap niet meer kokend heet is moet je de potten wel nog even wecken (30 minuten op 90 graden).

Een andere optie is om het sap even op te komen en dan te bottelen in gesteriliseerde flessen met schroefdop. Je hoeft deze dan niet te wecken.

Dit appelsap wordt ook wel diksap genoemd. Het is super lekker op een koude winteravond met wat gember of kaneel erbij!

Bewaar dit recept voor later:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

De laatste hittegolf van het jaar

Blog

Het begint zowat een gewoonte te worden die hittegolven. Waar dit vroeger vrij uitzonderlijk was, schrikken we er nu niet meer van op. We puffen en zweten ons de dag door en ook in de moestuin zijn de gevolgen zichtbaar.

Door de warmte, en dan vooral door de combinatie met droogte, is het af en aan sleuren met gieters naar de moestuin. Wij wonen in ze zanderig Kempen. Het is hier dus altijd een beetje warmer en droger. Gelukkig krijgen we de droge periodes bijna altijd overbrugt met onze regentonnen. Door de combinatieteelt zijn er weinig blootliggende stukken grond en verdampt er dus weinig water nutteloos weg, maar dat neemt niet weg dat de planten dorstig zijn met dit warme weer. Vooral de selder en knolselder! Om nog maar te zwijgen van de zaailingen die extra gevoelig zijn voor dit weer. Wanneer we dus horen dat er een hittegolf aankomt dan laten we het zaaien en verspenen even voor wat het is. En zo stelden we het verspenen van onze herfstbladgroenten uit tot dit weekend.

Maar het is zeker niet allemaal kommer en kwel. Als moestuinier zoeken we naar manieren om de warmer wordende zomers te overbruggen, omzeilen of juist in ons voordeel te gebruiken. Sommige soorten zaaien we iets vroeger, waardoor we ook wat vroeger kunnen oogsten. Dat deed ik met de selder en knolselder, en hoewel we daar nog heel wat van in de tuin hebben staan, oogsten we daar ook al twee maanden volop van. De selder en knolselder staan hier ook tussen de kolen waardoor de grond goed afgeschermd is van de zon en dus langer vochtig blijft. We strooien ook her en der gemaaid gras om de vochthuishouding zoveel mogelijk op peil te houden.

Onze eerste selder oogstten we dit jaar al begin juli.

Een aantal soorten gedijen dan weer heel goed bij warm weer. Tomaten rijpen vlotjes af, en ook de paprika’s geven nu een overvloedige oogst. En de courgetten en komkommers zijn haast niet bij te houden! Zo konden we deze week maar liefst 17 kg groenten oogsten uit onze moestuin. We hebben dus onze handen vol met oogsten en inmaken dezer dagen!

Oogst verwerken

De komkommer maken we zoetzuur in, maar wordt ook ingevroren, want geloof het ook niet, die komt er knapperig terug uit! Let wel dat je ze schilt en de zaden verwijderd. De tomaten worden verwerkt tot gepelde tomatenstukjes en passata en de grote courgette worden geweckt (courgetteschijven) en de anderen worden in stukjes gesneden en ingevroren voor in de spaghettisaus of soep. En de paprika’s die kunnen we nog net te baas. En wanneer dit niet meer lukt dan maken we goulash! Dat eten we heel graag en kan je ook wecken.

En zo is de vriezer al bijna vol en beginnen de rekken in de berging ook steeds voller te raken, maar daar is sinds de verbouwing gelukkig heel veel plaats! Gelukkig maar, want de grote bonen en snijbonenoogsten staan ook voor de deur en dan moeten over enkele maanden de pompoenen er nog bij.

Zelfgemaakte deo

Wat mijn homestead-projecten betreft heb ik deze week voor het eerst eigen deo gemaakt. En dat is zo makkelijk! Al is er nog wat finetuning nodig. Zo heb ik nieuw bicarbonaat besteld met een fijnere korrel dan degene die ik in de keuken gebruik, zodat de kleine korreltjes die nu in de deo zitten weg zijn, en in mijn volgende versie moet ook de geurbalans iets anders. Ik had gekozen voor een florale citruscombinatie, maar de sinaasappelgeur komt een tikkeltje te fel door. Maar de zelfgemaakte deo werkt wel super! En zonder giftige stofjes! Je zou hem kunnen eten als je dat echt zou willen, al denk ik niet dat het lekker is ;-). Maar ik test hem dus nog even uit en dan plaats ik het recept zeker online!

Een zelfgemaakt ontbijt

Ik heb deze week ook nog granola gemaakt, om zo een compleet zelfgemaakt en verpakkingsarm ontbijt in huis te hebben. De granola was een gewone mix, zoals hij veelal in de winkel gekocht wordt, maar dan met honing i.p.v. suiker, wat meer zaden, minder toevoegingen en geen palmolie. Deze week gaan we eens een nieuwe combinatie proberen met veenbessen en kokospoeder.

We hebben ook nog een zak pruimen van de buren gekregen. Daar hebben we een deel lekker van opgegeten en wat we niet op konden, daar heb ik confituur van gemaakt. De eerste keer pruimenconfituur, maar zeker voor herhaling vatbaar. Ik denk dat ik een nieuwe favoriet heb!

Plannen voor de komende week

De vakantie is bijna gedaan en dat wil zeggen dat mijn twee oudste bengeltjes weer naar school gaan. Ik ga ze missen, maar ik ben ook wel een beetje blij met de tijd die er weer vrijkomt om in de tuin te werken. Het onkruid staat hoog! En er moet nog heel wat verspeend en gezaaid worden voor het najaar. Ook het inmaken zou ik dan door de dag kunnen doen i.p.v. om tien uur ’s avonds nog groenten te snijden.

Ik ga ook nog wat lege potten van de kelder verplaatsen naar de berging. Deze moet ik eerst nog schoonmaken, want onze kelder is een stoffige ruimte die nog al blootgesteld wordt aan de elementen. En wanneer de potten al zijn schoongemaakt dan gaat het inmaken ook een stuk vlotter gaan.

Ik ga ook nog eens confituur maken, van gele frambozen deze keer. Ik ben deze al twee weken aan het opsparen door de helft van de dagelijkse pluk, ongeveer 30 frambozen, in te vriezen. Het is de eerste keer dat ik deze zal maken, maar ik weet nu al dat het lekker gaat zijn!

En vandaag maak ik dus nog die nieuwe lading granola en voor vanavond maak ik de parmentierschotel met courgette. Ons favoriet gerecht van het moment!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Passata en tomatenstukjes geweckt in flessen en bokalen

Tomatenstukjes wecken

Inmaakrecepten

De zomer en herfst zijn een geweldig als je van tomaten houdt. Eenmaal de tomaten beginnen af te rijpen, draag je in geen tijd kilo’s van dit rode goud naar je keuken. Gelukkig is het niet moeilijk om een stukje van deze zomerse overvloed te bewaren voor de winter.

Ik maak tomaten op twee manieren in. Enerzijds passata, deze gebruik ik onder andere spaghetti, moussaka en lasagne, deze geweckte tomatenstukjes gebruik ik dan weer in de gevulde paprika’s en andere pastagerechten. Vooral gerechten waar ik nog echt de stukjes in wil proeven.

Ik gebruik het liefst gepelde tomaten. Het is wat extra werk, maar het maakt je uiteindelijke gerecht wel een stuk verfijnder. En eenmaal je de techniek onder de knie hebt, komt het velletje haast vanzelf los.

Wat heb je nodig om tomaten te wecken?

Voor 3 weckpotten van een halve liter:

  • 2 kilo tomaten
  • water

Werkwijze

Pel de tomaten. Dit gaat het makkelijkste als je een kruisje aan de onderkant van de tomaat maakt en hem dan een minuut in kokend water legt. De schil komt dan los en krult een beetje op. Nu kan je deze makkelijk verwijderen. Soms heb je een tomaat met een hardnekkigere schil. Verspil er niet te veel tijd aan en doe hem bij de tomaten voor passata of soep, daar kan dat schilletje geen kwaad.

Snij de tomaat in partjes en ontdoe ze van de pitjes en ‘slijm’.

Doe de tomatenpartjes in de pot en druk even aan met een lepel. We willen niet te veel plaats tussen de partjes. Maar die het wel voorzichtig, want we willen ook geen tomatenpuree.

Vul de potten tot een centimeter onder de rand met heet water, dit mag het water zijn dat je gebruikte om de tomaten te ontvellen.

Sluit de potten goed af en plaats in de weckketel. Tomatenstukjes worden gedurende 30 minuten geweckt op 90°C. Je kan ook wecken in een grote kookpot. Vul de pot met water en plaats er de bokalen met tomatenstukjes in. Meet met een thermometer de temperatuur van het water. De wecktijd (30 minuten) begint vanaf dat het water 90°C is.

Laat de potten afkoelen, label ze en zet ze weg op een donkere plaats. Ze blijven zeker een jaar goed.

Hoe gebruikt je geweckte tomatenstukjes?

Ik gebruik deze tomatenstukjes in gerechten waar ik graag stukken tomaat in proef. Dit zijn doorgaans geen echte tomatensauzen, maar eerder bij romige sauzen, of gewoon pasta met wat olie, kruiden en dan deze tomatenstukjes. Meer heeft een lekkere pasta soms niet nodig!

Voor het gebruik de tomatenstukjes even afgieten. Of giet het vocht gewoon mee in de saus!

Je kan er natuurlijk ook tomatensaus en soep mee maken, maar dan is passata, of tomaten in z’n geheel inmaken evengoed, en dat is toch wat minder werk.

Bottulisme?

Bij het wecken van groenten hebben we het soms over bottulisme. Maar voor tomaten is er goed nieuws! Deze bezitten namelijk voldoende zuren, waardoor de bacterie hier niet in overleefd. Je kan geweckte tomatenstukjes, net zoals fruit, dus veilig consumeren zonder dat je ze eerst 10 minuten moet koken.

Bewaar dit recept:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk:

Courgetteschijven voor moussaka

Inmaakrecepten

De titel zal waarschijnlijk wat vragen oproepen, want er zitten toch helemaal geen courgetteschijven in moussaka. Wel tot enkele jaren geleden had ik daar geen idee van, want thuis aten we moussaka met courgette. Mijn moeder lust blijkbaar geen aubergines en heeft daarom het recept aangepast.

Moussaka is een Griekse ovenschotel die opgebouwd is uit verschillende laagjes. Wij maakten het thuis als volgt: een laag aardappelschijfjes, tomatensaus met gehakt, een laag courgetteschijven en tot slot een laag bechamelsaus. Dit herhaal je tot de ovenschotel volledig gevuld is en je eindigt met een laag bechamelsaus.

Ik vind moussaka een hartverwarmend gerecht voor in de winter, maar omdat er in de winter geen courgetten geoogst worden, hooguit nog een paar nakomertjes begin november, maak ik courgetteschijven in in de zomer.

Wat heb je nodig?

  • Veel courgetten
  • Zout (1 kl per bokaal van 1 liter)
  • Provençaalse kruiden (1 kl per bokaal van 1 liter)
  • Water

Werkwijze

Courgetteschijven op deze manier inmaken vraagt weinig voorbereidend werk. Het is een gemakkelijke manier om een grote hoeveelheid courgetten snel te verwerken. Ook de courgetten die je per ongeluk wat groot hebt laten worden kan je hiervoor perfect nog gebruiken.

Steriliseer de inmaakbokalen, ik gebruik doorgaans bokalen met beugel sluiting, maar alle soorten weckpotten zijn goed.

Snij de courgetten in schijfjes. Met de mandoline snij ik ze in plakjes van 6 mm.

Doe de schijven in de inmaakbokalen en voeg de kruiden toe. Vul de bokalen met (koud) water tot vlak onder de rand.

Sluit de bokalen en doe ze in de weckketel en vul de ketel met water tot de potten voor drievierde onder water staan.

Weck gedurende 90 minuten op 100°C. Haal de bokalen na de voorgeschreven tijd uit de ketel om het weckproces te stoppen.

Laten afkoelen, labelen en wegzetten op een donkere plaats. De courgetteschijven blijven voor minstens een jaar goed.

Hoe gebruiken?

Wanneer ik moussaka maak, giet ik een pot courgetteschijven af en laat ze even uitlekken en gebruik ze daarna bij de opbouw van de laagjes in de schotel. De moussaka wordt vervolgens gedurende 40 minuten in een oven van 180 graden geplaatst.

PAS OP: Bij het wecken van niet zure groenten en fruit kunnen je ingemaakte etenswaren een kweekbodem zijn voor botuline. Ondanks dat de kans hierop zéér klein is kunnen de gevolgen groot zijn. Laat daarom niet-zure etenswaren gedurende 10 minuten koken alvorens ze op te eten. Hierdoor wordt de botuline weer afgebroken. Voor het gebruik van de courgetteschijven zorgt de opwarming in de oven voor een afbraak van deze toxines.

Meer informatie over botulisme bij het wecken vind je hier.

Bewaar dit recept:

Ga terug naar onze pagina met inmaakrecepten voor nog meer inspiratie!

Blijf via mail op de hoogte van alle nieuwe recepten en blogs:

Deze berichten vind je misschien ook leuk: